De Witte Roos wordt in zijn standaardwerk Duizend Zaanse Molens door Boorsma wel genoemd, maar hij heeft deze houtzager niet van een nummer voorzien, omdat hij nergens iets over de molen kon vinden. De naam heeft hij uit de gegevens van J.W. Groot, die hem ter beschikking stonden. Deze trof de molen eenmaal aan in stukken in het Rijksarchief anno 1699, maar gaf geen exacte bronvermelding. Volgens Groot stond de molen vooraan op het Galgenland, dat is de huidige Badhuisstraat in Koog aan de Zaan.
In de Transportregisters van de Ambachtsheerlijkheid Westzaanen duikt De Witte Roos echter al op 6 mei 1666 op. Toen kocht Willem Cornelisz van Jan Cornelisz uit Koog de helft in een houtzaagmolen en erf, staande te Koog ‘bij de volmolen genaemt ’t Gekroonde Seepaert, belend ten oosten de pelmolen en ten westen De Christoffel.’ De koopsom bedraagt f. 300,-. Dit lage bedrag voor de halve molen duidt er op dat er sprake was van een paltrok. Onbekend is of het om een wagenschotzager of een balkenzager ging.
Vierentwintig jaar later verkopen de erfgenamen van Willem Cornelisz Jonge Willem in januari de gehele molen plus het erf van 57 roeden aan Claes Jansz Eddes uit Koog aan de Zaan. De plaatsaanduiding is dan precies vastgelegd: belend ten noorden door de Weelsloot en ten zuiden door de erven Willem Arentsz Koopman.
Het stukje land, waarop De Witte Roos staat, wordt apart verkocht aan Abraham Swart. Dit ‘ventje land is groot 337 roeden en kost f. 296: 6:- . Dit is de laatste vermelding, die gevonden werd.
Witte Roos
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Koog
Bouwjaar: 1666