Eigenaar Gerrit Kabel sloot op 26 september 1879 een hypotheek af ,waarbij hij landerijen naast de papiermolen De Mol, twee huizen en een pakhuis op het erf van de molen als onderpand gaf. Cortianus Henricus de Swart, een kunstschilder uit Marienburg bij Arnhem, verleende de lening, die 8500 gulden groot was. Voor dit bedrag kreeg De Swart rechten in de brandverzekering, die Kabel voor zijn firma Arend Kroese & Co had afgesloten bij het Papiermakerscontract, de onderlinge brandassurantie, waarbij de meeste papiermakers waren aangesloten .

Tussen de vodden werden soms de merkwaardigste zaken gevonden. Zo trof men er in juli 1889 een aantal coupons ter waarde van enkele duizenden guldens in aan, meldde Schuitemakers Purmerender Courant op 21 juli 1889. Het bericht bleek wel enigszins overdreven, want een week later corrigeerde de krant het bedrag tot enkele honderden guldens, maar voor de tijd was dat nog steeds een kapitaal. Er bleken enkele coupons verkocht, maar de meeste waren nog niet vervallen. De politie stelde een onderzoek in, maar kon het raadsel ook niet oplossen .
De molen werd op 28 november 1896 getroffen door brand. Eén van de schuren werd totaal verwoest, maar De Mol zelf bleef behouden. Drie jaar later liep heet slechter af. Op 13 oktober 1896 werd De Mol getroffen door de bliksem en brandde tot de grond toe af.
De restanten werden op 14 november 1899 geveild. Eigenaar Hendrik Schotte liet door notaris mr. J. Walig 254 nummers veilen, die in totaal f. 658,25 opbrachten. Het ging voornamelijk om hout dat gered was uit de brand. Een petroleummotor bleef onverkocht. De grootste opbrengst werd behaald met vier schuren, die in tact waren gebleven, maar ‘ter amotie’ – afbraak – waren aangeboden. Deze schuren brachten respectievelijk f. 86,-; f. 83,-; f. 37,- en f. 270,- op.
De Mol werd in 1650 gebouwd als hennepklopper, maar tien jaar later – op 7 januari 1660 – voor f. 695,- verkocht aan zeven kooplieden, die er een papiermolen van maakten. Liefst 349 jaar domineerde De Mol het landschap rond de Meldijk.