J.W. Groot meldt als bouwjaar van oliemolen De Jonge Wolf 1641 en als bouwheren Cornelis Willemsz en Jan Jacobsz. De bron van deze melding is onduidelijk. Betrouwbaarder lijkt de mededeling van P. de Boer, die de verbandacte van 4 februari 1654 ten name van Joores Claese, “buerman tot Wormerveer”, aantrof, waarin gemeld werd dat “hy syn Olymoolentgen heeft gestelt op syn eigen gront aen de binnencant van de ringdijck, op ’t Wolffsrack, genaemt De Jonge Wolf. Erfpacht 3 pond, welke verschenen was Karsemis Ao. 1650.” Er was Joores Claese dus windrecht verleend. Volgens deze acte had hij die reeds met Kerstmis 1650 voldaan. De molen moet dus in elk geval in dat jaar al bestaan hebben.
Op 6 april 1650 werd een windbrief voor een molen in de Banne van Wormer uitgegeven. Boorsma kende die met enige reserve toe aan de oliemolen Het Roomvat, maar De Boer gaat er vanuit dat deze windbrief bij de verbandacte van De Jonge Wolf hoort.