De eerste vermelding onder de naam De Uil van de oliemolen, die ten oosten van de Uilsloot – eerder Arisveersloot – stond, werd gevonden in 1656 in de nalatenschap van Duijfje Aris. Zij bleek bij haar overlijden in het bezit van 1/16de part in de “olijmoolen Het Uylke.” De molen dateerde dus van vroegere datum. Veel vroeger zelfs, want op 12 december 1631 werd een windbrief en een bijbehorende verbandacte afgegeven voor een oliemolen, die op dezelfde plaats als De Uil stond. De naam van de molen werd in beide stukken echter niet vermeld. P. de Boer, die onderzoek naar de windbrieven en verbandacten deed, stelt dat het niet anders kan dan dat beide stukken op De Uil betrekking hebben. De molen was dus 25 jaar ouder dan in Duizend Zaanse Molens vermeld .
Ook De Uil ontsnapte niet aan brand. De eerste keer werd de molen op 24 september 1744 in de as gelegd. Er volgde herbouw. De eerste Uil had vermodelijk na 1718 een grondige verbouwing ondergaan en werd sindsdien als verfmolen gebruikt. De verbowing vond plaats voor rekening van Bruijn Koster, die De Uil in 1710 had gekocht van Dirck Arisz Molenaar.
Het einde van De Uil kwam op 13 oktober 1899, toen de molen door de bliksem werd getroffen. Hij was eigendom van de firma Jb. Latenstein, die De Uil op 9 april 1899 had verzekerd via het Zaandijker asscurantie-kantoor J. Honig Jsz. Op het moment van de fatale brand bleek er voor f. 6501,08 aan verfwaren in de molen aanwezig Verder was er nog voor f. 438,61 aan houtwaren in één van de schuren en f. 414,42 aan gereedschappen in vlammen opgegaan. Deze schade werd vastgesteld door de molenmakers Jacob Boerendans en Husslage, welke laatste trouwens veel aan De Uil werkte. Zij constateerden dat er slechts f. 5,00 aan oud ijzer, dat nog verkocht kon worden, resteerde. De schade aan de gebouwen werd als volgt vastgesteld: molen f. 9074,70, schuur ter lengte van 10 meter f. 1942,55, deze schuur stond tien meter van de molen en was voor f. 2000,- verzekerd, en f. 781,10 aan de westerschuur. De molen was voor f. 10.000,- verzekerd, zodat de schade net gedekt werd. In totaal moest door de Hollandsche Brand-en Levensverzekerings Sociëteit De Reunione Adriatica uit Amsterdam f. 18.355,35 worden uitgekeerd aan de firma Latenstein .