De wagenschotzager Salomo’s Recht of Koning Salomon werd in 1671 gebouwd. De windbrief werd op 2 september van dat jaar afgegeven aan Dirck Reyersz. De molen stond ten westen van de latere spoorweg op het erf waar de fabriek De Tijdgeest werd gebouwd. Dit is vrijwel recht achter de Gedempte Gracht iets ten oosten van de Houtveldweg.
De molen stond ook bekend als De Salem.
Jan Sem verzekerde de paltrok in 1749 tegen brand. Zijn zoon Klaas Jansz Sem was in 1763 eigenaar en op 4 juli 1793 verzekerden Arent en Remmert de Vries de molen. Zij deden dat voor f. 1000,- . Op 12 november 1808 was de molen nog steeds in hun bezit en hoewel de Napoleontische overheersing en de daarmee gepaard gaande slechte economische tijden nog in volle gang waren verhoogden zij de verzekering toen tot f. 2000,- .
Salomo’s Recht bleef nog lang in bezit van de familie De Vries. Pas op 26 april 1860 werd de molen verkocht. Dat gebeurde op een veiling in opdracht van Grietje Swart, weduwe van Arent de Vries Klsz uit Zaanam en Cornelis Hendrika Keg, de weduwe van Jacob Johan de Vries Klsz. Zij waren beiden eigenaresse voor een half part. Behalve Salomo’s Recht of Koning Salomon werden ook de bovenkruier balkenzager De Rietvink aan de Hoogendijk, zijn buurman de paltrok De Witte Bijl en de paltrok De Jonge Prins aan de Zuiderwatering te koop aangeboden.
Salomo’s Recht kwam die dag in handen van Cornelis Corver Mats, die er ook twee woonhuizen bij kocht en voor het totaal f. 3100,- betaalde . Corver Mats was toen één van de belangrijkste houtzagers van Zaandam.
De Rietvink en De Bijl plus het woonhuis bij deze molens werden voor f. 14.530,- inclusief erven, houtschuren en schuitenhuizen eigendom van Remmert de Vries Klsz. De Jonge Prins of Prins van Oranje, zoals hij ook bekend stond, werd door Everardus Brandts van Doesburg, de latere eigenaar van De Held Josua, gekocht. Hij betaalde er f 5250,- voor.
Toen Cornelis Corver Mats, inmiddels uitgegroeid tot de voornaamste houtzager van de Zaanstreek, in 1881 overleed ging De Koning Salomon naar zijn zoons Jacob en Cornelis Mats, die het hele bedrijf met de paltrokken De Dekker, De Oranjeboom, De Vergulde Ster, De Valk en de stoomzagerij De Veldlust overnamen. De Koning Salomon werd toen op f. 4310,- getaxeerd, maar daarbij inbegrepen waren 3 grote akkers, het erf van de molen, de houtloods en een bergplaats.
Het windmolentijdperk was toen al ernstig tanende. De Koning Salomon regeerde nog vijf jaar en werd toen door eenvoudige slopers tegen de vlakte geslagen.