Cornelis Claesz Draij kocht op 23 maart 1697 de paltrok balkenzager Gideon in veiling. Dit was de eerste vermelding van deze molen, die niet verward moet worden met zijn naamgenoot – de wagenschotzager – die even zuidelijker aan de Zuiderwatering stond.
De balkenzager van Draij stond ten westen van de Vaart achter het Zonnewijzerspad, dat tegenwoordig de Reigerstraat heet, en ten noorden van de traanketel. Draij betaalde in 1697 f. 2000,- voor de molen aan de weduwe Adriaan Hendriksz Knots en haar minderjarige kinderen. Dat was heel wat meer dan op 7 januari 1762 voor De Gideon werd geboden, toen de molen weer werd geveild. De houtzagerij zat midden in de zware recessie van de achttiende eeuw. Sloper Jan de Vries betaalde nog maar f. 540,- voor de molen en ‘haalde hem van het erf.’ Hij nam De Gideon over van de erfgenamen van Lammert Schaap.
Van deze molen is ook niet veel bekend. Hij komt wel voor op de molenlijst, die de schaatsenrijders Jacob van Sante, Cornelis P. Mens en Jan Pouwelsz Bont in 1726 aanlegden tijdens een tocht over het ijs door de hele Zaanstreek. Zij noteerden alle molennamen, die zij tegenkwamen en de eigenaren van deze molens. De Gideon kwam voor op de lijst van 110 (!) ‘wagenschot-palsrocken’, die zij in het Westzijderveld bij Zaandam aantroffen. De eigenaar was toen Maarten Jansz Louwe .
Twee jaar later werd de molen op 10 januari in herberg De Otter geveild. Pieter Jaspersz Visser werd voor f. 3300,- de nieuwe eigenaar. Hij moest jaarlijks f. 3,- aan windpacht betalen.
Vermoedelijk is deze Gideon in 1762 overgebracht naar Harlingen, waarin dat jaar de paltrok De Gideon aan de Harlinger Trekvaart werd gebouwd. Uit de stukken blijkt, dat de molen ‘werd overgebracht van elders.’
Gideon (2)
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1697