De Spinbol of Spinrocken stond op het eiland aan de Voorzaan. Maar een spinbol – Zaans voor koker- of wipmolen – was dit zeker niet. In april 1750 blies een storm de molen van zijn ringmuur, zodat het om een paltrok moest gaan. De naam duidt er echter op dat er aanvankelijk wel een wipmolen heeft gestaan, maar hierover is niets bekend.
De molen, waarmee balken gezaagd werden, werd voor het eerst genoemd in de molenlijst van drie schaatsenrijders, die in de winter van 1726 een lange tocht door de Zaanstreek maakten. Ze noteerden toen 534 molennamen en de eigenaren van deze molens .
Cornelis Jansz Bruijn was in dat jaar de eigenaar van De Spinbol. Op 28 december 1728 tot 30 april 1730 betaalde het windrecht van de molen. Volgens het register van de Windpachten der molens in de Ambachtsheerlijkheid Oostzaan en Oostzaandam van 1728 tot en met 1801 moest de eigenaar drie gulden per jaar betalen. Dat zou altijd zo blijven.
Dankzij dit register zijn alle achttiende eeuwse eigenaren van de molen bekend. Als opvolger van Bruijn kwam Claas Symonsz Floor op de lijst. Tot zijn dood in 1749 zou hij met de moen blijven werken. Op 24 oktober van dat jaar verkochten zijn erfgenamen de molen voor f. 1200,- aan de Amsterdammers Thomas Ploijs van Amstel en Jan Noteman. De erfgenamen waren Symon Claasz Floor, gehuwd met Aafje Symons Floor, Jan Hondius, getrouwd met Dieuwertje Symons Floor, Claas Lieuwertsz de Vries voor zichzelf en als voogd en vader van de minderjarige Symon Claasz de Vries, geteeld bij Neeltje Symons Floor. Zij waeren de enige erfgenamen van hun broer en oom .
Bij de verkoop waren een huis en erf bij de molen inbegrepen plus een huis en erf aan het Oosterkattegat, het buitendijkse land tegenover het eiland aan de Zuiddijk.
Toen op 6 april 1750 een zware storm de Spinbol velde, kochten Ploijs van Amstel en Noteman de paltrok De Vaandeldrager uit het Westzijderveld bij Zaandam aan. Deze molen werd via een spectaculair transport in zijn geheel naar het eiland gebracht en op de ringmuur van De Spinbol gezet. Deze ringmuur geeft uiteraard aan, dat de omgewaaide molen een paltrok was. De hele verplaatsing kostte maar f. 975,- en werd uitgevoerd door molenmaker Arent Fijn en zijn mannen. Ze haalden alleen de as en de roeden uit De Vaandeldrager en vervoerden vervolgens de complete molen met een aantal schuiten naar de Hoogendijk, transporteerden hem daar overheen, ongetwijfeld met behulp van zware lieren, waarna het per schip verder ging naar de nieuwe standplaats op het Vooreiland. Op 12 mei werden as en roeden verwijderd. Vier dagen later al was de klus geklaard.
Het Vaandel, zoals De Vaandeldrager gemakshalve altijd werd genoemd, kreeg van Floor een nieuwe naam. Voortaan ging hij Notenboom heten, maar deze naam werd maar zelden gebruikt.
Voor de administrateurs van de Ambachtsheerlijkheid gold hij al helemaal niet. Die hielden het gewoon op De Spinbol en noteerde van 29 mei 1754 tot 1772 Thomas Ploos van Amstel als eigenaar. Dit was een Amsterdammer. Hij werd op zijn beurt opgevolgd door Jan Noteman, die de windrechten tot 1772 betaalde. Jan Stadtlander, de grondlegger van de grote houthandel in Zaandam, werkte vervolgens vier jaar met de molen, waarna Jacob de Haas in 1776 het vaandel overnam. Tot 1796 bleef hij eigenaar en vanaf dat jaar tot 1801 werd Albert Jansz van Stork houtzager met De Notenboom, zoals wij hem toch maar zullen noemen.
In de ochtend van 27 maart 1892 brak er brand uit. De oorzaak was niet bekend. Het vuur was zo hevig, dat de brandweer nauwelijks iets kon uitrichten.
Spinbol of Spinrocken
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Oostzaandam
Bouwjaar: 1726