De Ooievaar was een balkenzager op het Langeland – nu de Ooievaarstraat – in Westzaandam. Op 1 maart 1699 kocht Claas Simonsz Oosterhoorn voor f. 143,- goederen uit de molen van de Areaantie Pieters, de weduwe van Dirck Claasz Noomen. Oosterhoorn nam o.a. een schuit over voor f.40,-, een kunst voor f. 40,- en zestien zagen voor f. 24,- . Dit laatste was een lage prijs, zodat het hier waarschijnlijk om een partij oude zagen ging. Meestal werden zagen voor twee gulden per stuk verkocht. Vier dagen later werd ook het woonhuis en De Ooievaar zelf overgeschreven op naam van Oosterhoorn. Hij betaalde f. 2300:10:00 voor het molenxomplex .
De Ooievaar bleef lang eigendom van de familie Oosterhoorn. Op 2 februari 1729 werd de molen overgeschreven op naam van Lijsbeth Dirks Pos, de weduwe van Claas Oosterhoorn . De Ooievaar werd toen op 1600 gulden getaxeerd. De weduwe bleef tot 2 februari 1749 met de molen in de verzekering. In 1741 en 1746 besloten de deelnemers vanwege de recessie in de houtindustrie tot collectieve verlagingen van de verzekerde sommen, waardoor De Ooievaar eerst op f. 1000,- en later op slechts f. 800,- werd gesteld .
Begin negentiende eeuw dook Teeuwis Keyzer als eigenaar op . Hij verzekerde de molen op 8 maart 1809 voor f. 1400,-. In dit contract was de bijzondere bepaling opgenomen dat de eigenaren een premie van f. 600,- konden ontvangen, indien zij binnen een half jaar na een verwoestende brand een nieuwe molen hadden laten bouwen. Vanaf 8 april 1864 was De Ooievaar in handen van de firma Van Lijnen & Comp. Het molencomplex bij het Langeland was toen flink in waarde gestegen. De polis werd bij het Papiermakerscontract afgesloten op een bedrag van f. 7000,-, wat in 1878 nog verhoogd zou worden tot f. 9500,-. In 1880 trad Van Lijnen & Comp. uit deze verzekering. Christiaan Striening trad op als gemachtigde voor het bedrijf . Hij was met een dochter Van Lijnen getrouwd.
De Ooievaar zou het uiteindelijk volhouden tot september 1898. toen moest hij wijken voor woningbouw. De straat, waaraan de huizen stonden, werd naar de molen vernoemt: de Ooievaarstraat. Een bult in het wegdek wees jarenlang exact de plaats aan waar de molen had gestaan.
Op de foto: v.l.n.r. Wildeboer, Bonte Arend, Abrahams’s Offerande, Held Josua en Ooievaar, allemaal houtzagers in het Westzijderveld bij Zaandam.