Jacob Cornelisz Blauew verzekerde op 8 januari 1668 de paltrok De Blauwe Boer of Blauwboer tegen brand. Over het bouwjaar van deze balkenzager zijn geen gegevens gevonden. Hij stond op het Westerkattegat, het huidige Vooreiland, en werd belend ten westen door de Zaan en ten oosten de Fok. Dit was een schiereilandje binnen de zuidhoek van het Westkattegat.
Tot 1775 – dus meer dan een eeuw – bleef de familie Blauw betrokken bij de molen, hoewel op 1 januari 1711 Jan Claasz Schoen de molen voor slechts f. 450,- verzekerde Vermoedelijk was hij aangetrouwde familie van Blauw.. Maar op 5 juni 1723 stond Cornelis Jacobsz Blauw als eigenaar in het brandcontract. De molen was inmiddels flink in waarde gestegen, want de taxatie van de verzekerde waarde bedroef f. 1200,- . Dat bedrag bleef onveranderd toen dertig jaar later zoon Jacob Csz Blauw de molen verzekerde en ook toen in 1771 zijn weduwe De Blauwe Boer op haar naam kreeg, nadat de overlieden van het contract dat verplicht hadden gesteld. Jacob Cornelisz Blauw was kennelijk al lange tijd eerder overleden. De overschrijving vond op 14 februari plaats door Frans Blauw, die namens zijn moeder optrad. De weduwe heette Geertje Jans Harth. Een jaar later was ook zij overleden, want toen erfde Frans de molen, die hij op 15 april 1775 uit het brandcontract liet royeren .
Daarna ontbreken de gegevens over De Blauwe Boer in de verzekeringsregisters, maar hij dook weer op 23 mei 1780 weer op in de transportregisters van de Banne Oostzaan onder de naam De Lambert. Dit was een foutieve vermelding. Het ging om De Langert, de bijnaam van De Blauwe Boer, hetgeen bleek uit zijn standplaats tussen de Fok en de Zaan. Cornelis Jansz Roos verkocht de molen voor f. 1350,- aan Willem Jonas, die een jaarlijkse windpacht van f. 3,- moest betalen.
Vier maanden later sloot Jonas een hypotheek af, waarbij hij De Langert als onderpand inbracht. Gerrit Bos uit Amsterdam verstrekte hem f. 1600,- tegen een rente van 3,5 procent per jaar en de verplichting de hele lening op 5 september 1788 af te lossen. Behalve de molen gaf Jonas ook het erf, de schuur, het bijbehorende woonhuis en de losse gereedschappen van de molen in onderpand .
De Blauwe Boer of Langert hield stand tot 2 oktober 1793, toen een zware onweersbui over de Zaanstreek trok, die de molen volgens Pieter Boorsma compleet vernielde. Kennelijk heeft er toch herbouw plaats gevonden, want op 24 mei 1809 verleende het gemeentebestuur van Zaandam toestemming om de molen af te breken en naar Zierikzee te verplaatsen.
Op het erf de zagerij van houthandel William Pont gebouwd.