De Vergulde Zalm was een paltrok balkenzager aan het Rustenburg vlakbij de Hoogendijk. De molen werd in 1695 voor het eerst in de stukken gesignaleerd en op 1 januari 1703 door Alewijn Claasz Salm ingeschreven in een brandcontract, dat al op 21 mei 1693 was opgericht voor notaris Claas Oosterhoorn in Zaandam .
Drie-en-dertig jaar later was de molen in eigendom bij Alewijn Salm . Deze was getrouwd met Grietje Cornelis Dray en was ook eigenaar van paltrok De Gekroonde Harp, die hij overigens omdoopte in De Gekroonde Zalm, die in het verlengde van het Jagerspad tussen de Heerenwatering en de Zuiderwatering stond.
In mei 1729 waren Alewijn en zijn vrouw beiden overleden. Bij de boedelscheiding, die op 12 mei plaatsvond, werd De Vergulde Zalm toegewezen aan zijn zoon Hendrik, die ook een huis en erf vooraan in de Molenbuurt over de dijksloot kreeg. Dit huis stond dus in de omgeving van de huidige Gedempte Gracht. Hendrik Salm ontving ook nog ‘de plaats van Jan Claasz de Graaf achter het Vorstenburgh digt na de Hoogendijk.’ Verder kreeg hij nog wat stukken land en een groot aantal obligaties. De totale waarde van het erfdeel bedroeg f. 25.869:10: 6. Zijn broer Claas kreeg uiteraard een zelfde part, waarin de paltrok De Gekroonde Zalm was opgenomen .
In de negentiende eeuw was de molen in handen van Simon Noomen, die de molen op 3 juli 1806 verzekerde voor een bedrag van f. 2000,- . Twee jaar later was hij samen met zijn broer Arend eigenaar en werd de verzekerde som naar f. 3000,- gebracht .
Er is daarna een hiaat in de gegevens tot 1865 als op 23 december de firma Weduwe Cornelis Corver & Zn een partij hout voor f 4000,- verzekerd bij assurantiekantoor Willem van Orden in Zaandam .
De molen is dan ook in handen van dit bedrijf, dat op 21 april 1896 aan de gecommitteerden van het Papiermakerscontract bericht dat de molen uit de verzekering wordt genomen. Niet lang daarna werd de fraaie paltrok gesloopt . De schuren werden in 1950 nog gebruikt voor opslag van oud ijzer.