Aan de zuidzijde van de Zuidersluis in Krommenie stond in 1629 een hennepklopper, die nooit een naam kreeg. Dop 22 juni verkocht Pauwel Jansz de molen aan Jan Arisz. Deze betaalde er f. 1116,- voor en mocht in termijnen betalen. Arisz kreeg er ‘de worf bewesten de moen, daer het huis op verbrant is, staende bij ’t Weiver’ er bij. Hij woonde zelf ten zuiden van dit erfje.
Een windbrief was nog niet verstrekt, maar die volgde op 4 juni 1632 en werd op naam van Jan Arisz uitgeschreven. Hij moest f. 2,- windpacht per jaar betalen. Achttien jaar later verkocht hij zijn molen aan Baert Claesz uit Krommenie en Cornelis Heijndericsz uit de Middel in Westzaan. Arisz bleek toen de achternaam Molenaer te gebruiken.
Uiteindelijk kwam het erf van de molen weer in bezit van Jan Arisz. Op 26 juni 1651 nam hij het voor f. 80,- over van Claes Cornelisz Vader. Bij deze koop bleek dat de hennepklopper verbrand was.
Arisz zou het erf in 1655 aan Sijmon Cornelisz Jum verkopen, die er de houtzaagmolen De Hoop op zou laten bouwen .