De Papegaai was een hennipklopper, die ten westen van Krommenie aan de Vijversloot stond. De verbandacte werd op 5 september 1653 verstrekt aan Willem Gavisz c.s. Hieronder bevond zich ook zijn broer Claes. Al een paar maanden later – op 12 december – verkocht Claes Gavisz, voogd over de weduwe van Jan Claesz, een derde part in de molen De Papegaai aan zijn broer Wouter Gavisz, boekverkoper in de Kerkbuurt, die hem 535 gulden in twee termijnen betalen.
Zowel Boorsma als Goudsblom, die in 1948 de studie naar de Krommenieër hennepkloppers verrichtte, twijfelen er aan of De Papegaai wel een aparte molen was. Beiden vonden dat het ook om een bijnaam van De Witte Duif of Pachter kon gaan, aangezien de verbandacte aan Willem Gavisz de Jong werd verstrekt.
Dat het om een verbandacte ging bleek uit de mededeling, dat Willem Gavisz ‘bekent, dat de Grafelijkheid hem en zijn consorten het recht van de wind hebben verleend, die hij heeft staan achter ’t Zuideinde van Krommenie.’ Hij had dus een windbrief gekregen en vroeg op grond daarvan de bijbehorende verbandacte aan bij de plaatselijke overheid, die de hoogte van de jaarlijkse windpacht moest vaststellen. De Jongh was ook eigenaar van De Witte Duif of Pachter, waarvoor hij in november 1652 een windbrief had ontvangen.
Aangezien de lokaties van beide molens echter verschillen lijkt het wel duidelijk, dat het hier om twee verschillende molens gaat.