De Oude Bouwman was een paltrok aan de westkant van de Zuiderwatering, die op 28 juli 1729 door Claas Dirksz de Jongh werd verkocht aan Joris Joor, die er f. 2000,- voor betaalde. De Jongh deed daar een voordelig zaakje mee, want hij had De Oude Bouwman een korte reis door Westzaandam laten maken.
Op 1 mei 1728 had hij de molen, die toen nog aan de Valdeursloot – de vroegere benaming van de Papenpadsloot – stond voor f. 525,- gekocht van Jan Pietersz Kist. Deze had in het koopcontract laten vastleggen, dat De Oude Bouwman binnen twee maanden van zijn erf gehaald moest worden. Bovendien mocht de molen ‘niet geplaatst worden ten westen van molen De Ezel, ook niet ten noorden van de Vaart en ook niet ten noorden van de Papeveersloot.’
De Oude Bouwman werd dus min of meer verbannen uit het noordelijke deel van Westzaandam, maar De Jongh vond aan de Zuiderwatering toch een geschikt erf .
Maar dit verliep niet zonder slag of stoot, want op 31 augustus 1728 stapte Kist naar notaris Pieter Leur om een insinuatie tegen De Jongh te laten vast leggen. Daarin sommeerde hij de verwijdering van De Oude Bouwman binnen een week en stelde hij de koper verantwoordelijk voor alle kosten die hij zou moeten maken, indien dit via een gerechtelijke procedure moest geschieden.
De Jongh werd in deze acte overigens Claas Dirksz Muusse genoemd. Dubbele achternamen waren in de Zaanstreek geen zeldzaamheid. Het ging hier om dezelfde persoon, want Jan Kist liet in de acte vastleggen ‘dat de gerechte van de Banne Westzaan Muusse de verwijdering van de molen binnen twee maanden na 1 mei 1728 en zulks voor 1 augustus 1728 had gesommeerd in de transportacte.”
Kist voerde bovendien nog aan dat hij Muusse diverse keren had aangemaand met de verwijdering van de molen aan te vangen.
Notaris Pieter Leur ging met de beëdigde verklaring naar het huis van Muusse en las hem de boodschap voor. Claas Muusse antwoordde: “Ik sal sien of ik de molen binnen de tijt van acht dagen of een week van zijn plaats daar weg kan halen .”
De Oude Bouwman werd dus eind augustus 1728 gesloopt en verplaatst. Op zijn nieuwe standplaats aan de Zuiderwatering hield de molen het nog achttien jaar vol. Maar tegen de grote houtcrisis uit het midden van de achttiende eeuw kon hij niet op. Op 26 februari 1746 registreerden de schepenen van de Banne Westzaan hem als ‘afgebroken’ en voerden De Oude Bouwman af uit het register van de windpachten. De laatste eigenaar was Joris Jacobs. Vermoedelijk was dit dezelfde als degene, die de molen in 1728 liet verplaatsen.
Oude Bouwman
Type molen: paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1729