Jacob Hendriksz Lijst liet in 1711 een kleine achtkante zaagmolen tegen brand verzekeren. De naam van de molen was Het Jonge Vool, in de volksmond beter bekend als Peet Ant.
Walig Gerritsz Vis verkocht de molen op 23 december 1762 voor f. 700,- aan burgemeester Dirk Simonsz Dekker. Daarbij bleek dat Het Jonge Vool voor slechts f. 1,50 in de windpacht stond. Dat was een zeer gering bedrag voor een paltrok .
Dekker, die ook eigenaar was van oliemolen De Groene Ridder in Westzaandam. Hij behoorde tot de regenten van de Zaanstreek en was jarenlang schepen en vroedschap van de Banne Westzaan en burgemeester van Westzaandam. Hij bleef tot zijn dood op 10 november 1776 met Het Vool werken. De molen stond de laatste jaren onder directie van zijn zoon Jacob, die hem als legaat kreeg toebedeeld van zijn vader. De waarde werd toen vastgesteld op f. 800,-. Jacob Dekker kreeg ook het erf, ‘waarop de molen De Preeker heeft gestaan.’ Dit was de bijnaam van paltrok De Zwarte Moriaan. Het erf was 403 roeden groot en lag pal tegenover Het Jonge Vool ten westen van de Vaart .
Dirk Simonsz Dekker was ook eigenaar van de paltrok De Dekker achter het Noorderkerkpad, waarover zijn andere zoon Arend de directie voerde. Deze werkte ook met De Groene Ridder.
Het Jonge Vool kwam op 4 november 1880 in veiling. De molen werd gekocht door Isaac Akkerman uit Zaandam, die er f. 2500,- voor betaalde. Hij nam ook voor f. 187,- aan losse goederen over . Zes jaar later vloog op 11 januari een houtloods in brand. Het vuur kon bedwongen worden voor het oversloeg naar de molen zelf, waarop eind januari een grote verkoping van ‘een grote partij door brand beschadigd hout’ op het erf werd aangekondigd. Het ging om Amerikaanse grenen-en eikenbalken en een partij vurenhout .
De molen bleef nog tot 1894 in bedrijf. Toen werd hij gesloopt. De onderbouw werd gebruikt om in Hoofddorp het korenmolentje Hoop op Zegen op te bouwen.