Jacob Gijsen liet in 1721 een molentje op zijn huis aan het Zilverpad in Westzaandam zetten, waarmee hij tabaksbladeren ging versnijden. Op 14 november van dat jaar kreeg hij de windbrief. Hij noemde zijn molen De Hengelaar.
Op 31 maart 1730 vond de boedelscheiding plaats van het echtpaar Jacob Gijsen Ommecommen en Guurtje Jans uit Westzaandam. Jacob was in februari overleden. Hij had een winkel in tabakswaren en zorgde met een eigen molentje voor het versnijden van de tabaksbladeren. Dit molentje stond op een pakhuis aan het Zilverpad in Westzaandam. Het Zilverpad was de zuidzijde van de huidige Gedempte Gracht. Het huis met de winkel stond hier vlakbij: voraan in de Molenbuurt ten noorden van Symon Claasz Heynes en ten zuiden van de gemeene steeg of gang naar ’t Zilverpad.
Het huis was met een bedrag van f. 575,- belast ten behoeve van de kinderen van Ommecommen, die de langstlevende van het echtpaar was.
Over het molentje, waarmee Gijsen zijn tabak verwerkte is verder niets bekend. Het pakhuis, waarop de molen stond, was eigendom van Ommecommen en werd – inclusief molentje – voor een bedrag van slechts f. 730,- opgenomen in de staat van inventaris, die van de boedel werd opgemaakt.
Hieruit bleek ook dat Ommecommen een winkel had, waarin hij tabak verkocht. Er werden in zijn zaak enige rollen tabak met een gewicht van 150 pond aangetroffen in een kist. Bovendien stond er een vat met ‘gekorven’ tabak. Verder waren er allerlei andere waren, zoals ‘eenige pijpen so korte als lange’ en drie grote blokken om vlees op te hakken.
In het pakhuis laten op de zolder een aantal stalen tabak en stonden 35 vaten tabak, tabakszeven en allerlei andere gereedschappen, die nodig waren voor de verwerking. Er was ook nog een schuld van 110 gulden aan de impostmeester van de tabak.
Het huis met de winkel werd op f. 2300,- getaxeerd. Behalve op het Zilverpad had Ommecommen nog een tweede pakhuis op het Wijnkanspad. Zijn boedel werd geraamd op f. 4694:10:12.
De onroerende goederen werden niet verdeeld onder de kinderen van Ommecommen, maar verkocht. De nieuwe eigenaar werd Hendrik Alewijnsz Salm, die De Hengelaar al op 12 januari 1730 op een openbare veiling kocht voor het bedrag dat in de inventaris werd opgenomen: f. 730,-.
Daarna werd er nimmer meer iets over De Hengelaar vernomen. Hendrik was ongetwijfeld meer geïnteresseerd in het pakhuis dan in het molentje dat er bovenop stond. Vermoedelijk heeft hij de tabakstamper laten verwijderen.
Hengelaar
Type molen: tabakstamper
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1721