Jan Bastiaensz Loopwijk, eigenaar van de snuifmolen De Roohoorn in Westzaandam, liet in 1772 een tabakstamper bouwen aan het Mr. Keesenpad, later beter bekend als het Mr. Cornelispad. Op 10 september van dat jaar kreeg Loopwijk de windbrief voor de molen, die hij De Huisvrouw noemde. Het erf van de molen lag vermoedelijk ten zuiden van het pad en ten oosten van de boerderij, die daar heel lang heeft gestaan. In 1775 werd het huis met de tabaksmolen geflankeerd door de erven van Pieter Rowetter aan de westkant en de weduwe Barend Hesseling aan de oostzijde.
Loopwijk had niet lang van plezier van zijn nieuwe molentje, want op 11 december 1772 overleed hij. De Huisvrouw en het woonhuis werd toegewezen aan zijn zoon Bastiaan . Hij erfde ook De Roohoorn, maar De Huisvrouw stootte hij drie dagen later – op 14 januari 1773 – al af. Tymon Ham nam huis en molen voor f. 2500,- over, wat wel een respectabel bedrag was voor een molen, waarvoor maar f. 1,- windpacht per jaar moest worden betaald. Maar Loopwijk moest wel accoord gaan met de speciale voorwaarde, dat hij gedurende het leven van Ham geen rooktabak meer mocht fabriceren of verkopen. Er was dus sprake van een concurrentiebeding, want eigenlijk nooit voorkwam bij de overdracht van snuifmolens en tabakstampers .
Maar Tymon Ham slaagde er niet in zich met zijn tabaksnegotie te bedruipen. Op 16 maart 1775 verloor hij een proces, dat door de Rotterdammer Gerhard Wolters tegen hem was aangespannen wegens wanbetaling. Ham had op 24 november 1774 een lening van f. 770,20 tegen vier procent rente per jaar van Wolters gekregen, maar voldeed een half jaar later al niet meer aan zijn verplichtingen.
De schepenen van de Banne Westzaan stelden Ham vervolgens in staat van faillissement en lieten zijn molen en het bijbehorende woonhuis veilen. Dat gebeurde op 14 september. De panden brachten f. 879,- op en de verkoop van losse goederen was goed van f. 25,-. Het ging hier om de toonbank en enkele winkelborden. Er werd voor f. 35,- aan kosten gemaakt.
Wolters maakte inclusief rente aanspraak op f. 804,40. De schepenen hadden vier oproepen laten publiceren om andere schuldeisers van Ham de gelegenheid te geven zich te melden. Hierop was alleen reactie gekomen van Jan Hartog, wegens arbeidsloon, die nog f. 15:13: 4 te goed had en Jacob Middelhoven Jacobsz, die hout had geleverd ter waarde van f. 29:17: 8. De gerechtelijke kosten waren opgelopen tot f. 125,-. Aangezien Hartog en Middelhoven van de schepenen hun volledige claim kregen uitbetaald bleef er voor Wolters f. 698: 9: 4 over .
De molen werd op de veiling gekocht door Claas Loopwijk .
Tot wanneer Loopwijk met De Huisvrouw werkte is niet duidelijk, maar op 9 januari 1794 was het gedaan met de tabakstamper. Hij werd toen te koop aangeboden met de mededeling ‘het gaandewerk ligt op de werf van de verkoper, Dirk Ales.’
De molen was dus al ontdaan van zijn ingewanden en was voor de hoogste bieder.