Claes Dircxsz uit Westzaan ontving in 1627 een windbrief van de Rekening der Grafelijkheid van Holland om een ‘saegmoolen te stellen in den Ban van Westzaan’. In deze windbrief werd de erfpacht op 3 ponden – 3 gulden zouden we nu zeggen – per jaar gesteld . Over deze molen is verder niets bekend. Zelfs de vestigingsplaats is niet duidelijk, omdat men onder de ‘Ban van Westzaan’, toen niet alleen het dorp Westzaan bedoelde, maar ook de dorpen Koog, Zaandijk en Wormerveer. Westzaandam, dat ook tot de Banne Westzaan behoorde, werd meestal afzonderlijk genoemd. Namen hadden veel molens toen nog niet, omdat deze verplichting nog niet was ingesteld.