Bastiaan Pietersz. kreeg in 1641 een windbrief voor een houtzaagmolentje in de Banne van Westzaan. Pietersz was afkomstig uit Westzaandam, maar waar hij zijn molen bouwde werd niet vastgelegd in de windbrief. In elk geval moest hij een windpacht van 3 pond per jaar betalen, hetgeen er op duidt dat het een kleine molen was. De windbrief werd verstrekt door de Grafelijkheids Rekenkamer van Holland . Op 6 juni 1647 was er weer nieuws over de molen van Bastiaan Pietersz. Toen verkocht hij voor f. 1020,- ‘de helft in een houtsaagmoolentgen aan het Mallegat, belend ten noorden door de Peerdeven en ten zuiden door Jacob Claasz Noomen’. Dit waren landerijen aan het Ameland. Koper was Jan Heyndericxsz en deze Jan Heyndericxsz verkocht op 6 oktober 1659 een houtzaagmolen zonder erf ‘om te vervoeren’ voor f. 566,- aan Jan Dirksz Bruijgom. Het erf lag op het Ameland en aan de Mallegatsloot . De molen werd dus afgebroken en verplaatst. Waar de houtzager van Bastiaan Pietersz naar toeging is een raadsel.