De windbrief van de zeskante balkenzager De Bark werd op 30 april 1708 uitgeschreven op naam van Claas Arisz Volger. Drie jaar later was de molen kennelijk eigendom van zijn broer Adriaan Arisz Volger, want op 31 december van dat jaar werd De Bark op diens naam verzekerd en dat bleef liefst 54 (!) jaar zo . Adriaan werd dus zeer jong eigenaar. Even opmerkelijk was dat de molen al die jaren voor f. 2000,- ingeschreven stond. Zelfs in de crisisjaren, die de houtindustrie in het midden van de achttiende eeuw teisterden. Pas op 3 mei 1765 werd De Bark overgeschreven op naam van de Erven Adriaan Arisz Volger. Dit waren Simon en Pieter Volger, die vanaf 22 juni 1770 als eigenaren optraden . Dat duurde vier jaar. Toen ging De Bark over op naam van de weduwe Meindert Gijsen Ken, die gelijk de verzekerde waarde terug gebracht zag tot 1700 gulden . Zij liet de molen op 1 juli 1802 overschrijven op naam van haar zoon Meindert, maar dook zelf zes jaar later weer op als eigenaresse .
Willem Middelhoven was vanaf 22 oktober 1810 eigenaar, die al snel verbeteringen aan de molen liet aanbrengen, want twee jaar later liet hij de verzekering verhogen naar f. 2500,- . De Bark hield het nog vol tot 1876, toen hij moest wijken voor de stoomzagerij, die eveneens De Bark werd genoemd. De molen stond ten noorden van de Blauwe Padsloot en ten oosten en op enige afstand van de Watering. Hij stond dus dicht bij de grens met Koog aan de Zaan.