De Blauwe Hengst in Westzaan werd door Pieter Boorsma voor het eerst in de stukken aangetroffen in 1743, toen in een boedelscheiding op 11 juli 3/80ste part van de blauwselmakerij en de lading op f. 1500,- werd getaxeerd. Het ging dus al om een omvangrijk bedrijf met een totale waarde van f. 40.000,-.
De molen bestond al veel eerder. Want op 19 december 1719 verkocht Claes Cornelis Huygen, gehuwd met Trijntje Pieters Verweel uit Westzaan, al 1/40ste part in de blauwselmolen, een huis en erf, waterschuit, schuren en gereedschappen aan Cornelis Dirksz IJff. Deze betaalde er f. 100,- . Uit later verkopingen bleek dit het erf van De Blauwe Hengst te zijn.
Trijntje Verweel was een dochter van Pieter Jan Verweel uit Westzaan en hij was één van de zeven oprichters van de rederij, die zich ging bezig houden met de blauwselmakerij. Cornelis Dirksz IJff, ook uit Westzaan, was ook één van de grondleggers. De andere geïinteresseerden waren Pieter Psz Vink uit Westzaandam, Aris van Broeck uit Westzaandam, de Zaandijker burgemeester Simon Gerritsz Visser, Willem Cornelis Knap uit Zaandijk en Cornelis Willems uit Wormerveer.
Deze zeven staken allemaal f. 2000,- in dit projekt, zodat er een startkapitaal van f. 14.000,- was. Pieter Verweel werd in 1702 als directeur van deze blauwselmakerij aangesteld. Het is niet duidelijk of er al gelijk met een windmolen of met een rosmolen werd gewerkt.
Vermoedelijk was er eerst een rosmolen. De blauwselmakerij was een smerig werkje, waarbij veel stof vrij kwam. Alles in de molen werd daardoor blauw. De Westzaanse burgemeester H.F. Jantzen, die in 1951 het boekje ‘250 jaar blauwsel’ schreef ter gelegenheid van het 250 jarig bestaan van de Avis verffabriek in het dorp, gaat er vanuit dat er met een rosmolen werd gestart. Het paard kwam ook onder het blauwsel te zitten. Vandaar de naam “De Blauwe Hengst”, toen de windmolen werd gebouwd.
Jantzen gaat er vanuit dat de rosmolen al voor 1701 in bedrijf was en dat de rederij werd opgericht, toen in 1701 een windmolen werd gebouwd. Een klusje dat toen zo’n 4000 gulden vergde.
De molen stond in de Krabbelbuurt in Westzaan, ten oosten van de weg op het erf waar later de Avis Verffabrieken werden gebouwd. De Blauwe Hengst werd in 1847 of 1848 gesloopt en vervangen door de Assendelver papiermolen Het Welvaren, die in 1907 het veld moest ruimen, maar in Ouderkerk aan de Amstel als korenmolen werd herbouwd.