Pelmolen De Diemermeer dankte zijn naam aan het feit, dat hij uit dit dorp afkomstig was. Daar had de molen aanvankelijk als watermolen dienst gedaan. Cornelis van Dordt kreeg in 1746 de windbrief en liet hem naar Oostzaandam verplaatsen.
Lourens Hooglander, de timmerman, die vooral naam maakte doordat hij talloze molens sloopte, verzekerde op 11 mei 1762 de Diemermeer tegen brand.
Maar kennelijk was hij uitsluitend eigenaar en verhuurde hij de molen, want op 10 februari 1783 verzekerde Cornelis van Dordt de lading voor f. 4000,-, zodat hij met de molen werkte. In het zelfde jaar verhoogde Hooglander de verzekering van de molen op 17 oktober tot f. 4500,-.
De Diemermeer was toen dus nog in uitstekende staat, maar zeven jaar later liet Hoogland zich met de molen op 24 maart uitschrijven uit de brandverzekering. De Diemermeer werd nog hetzelfde jaar gesloopt.
In zijn standaardwerk Duizend Zaanse Molens beweert Pieter Boorsma, dat Hooglander in 1790 eigenaar van De Oude Kweeker werd, maar volgens het brandcontract verzekerde Cornelis Pekelharing op 10 februari 1790 de lading van deze molen tegen brand, terwijl enkele maanden later de firma Noomen & Comp de molen verzekerde.