De Fenix ver in het Oostzijderveld werd in 1751 voor rekening van Pieter Peyt uit Oostzaandam gebouwd. Het was de grootste pelmolen van de Zaanstreek Waarschijnlijk werd de molen gebouwd als vervanger van een verbrande voorganger, waar de naam op duidt. Maar over deze voorganger werd nooit iets gevonden in de stukken.
De firma Peyt & Zn bleef lang met de molen werken Op 3 februari 1773 werd een contract gesloten met Jan Gerritsz Groot, waarna de exploitatie van de molen voor gezamenlijke rekening plaats vond.
Peijt was toen eigenaar van vijf pelmolens. Bovendien had hij een kwart part in De Uil, die ten westen van de Gouw en ten noorden van Het Kuiken stond.
De Fenix – de “Uit zijn as herrezene” – werd in 1869 afgebroken. Hij werd herbouwd op het erf van De Prinses, de pelmolen aan de Kalverringdijk tegenover de grens van Wormerveer en Zaandijk, die op 28 oktober 1868 in vlammen was opgegaan.
Als opvolger van De Prinses werd De Feniks voortaan De Jonge Prinses genoemd en onder die naam bleef de molen in bedrijf tot hij in 1934 werd onttakeld.
Op de foto: De Fenix als Jonge Prinses op zijn nieuwe standplaats.