De paltrokken De IJsvogel en De Grauwe Kieft, allebei balkenzagers, stonden ten oosten van de Vaart ongeveer ter hoogte van het oude Gemeente Ziekenhuis aan de Frans Halsstraat op hetzelfde land. De IJsvogel werd door Boorsma voor het eerst in 1732 aangetroffen in een assurantie-contract. Eigenaar was Meindert Cornelisz. Ghijsen. Ongetwijfeld was dit de zoon van Cornelis Jansz. Gijse uit Westzaandam. Deze overleed in december 1723, waarna door notaris Ph. Van der Stengh een staat van inventaris werd opgemaakt. Daarin werden de twee houtzaagmolens De IJsvogel en De Grauwe Kieft genoemd, waarvan Gijse eigenaar was. Door deze acte wordt de levensduur van De Grauwe Kieft met een jaar verlengd.
Ook is precies bekend wanneer de molen werd gesloopt.
Op 25 juni 1881 vond een veiling plaats in logement Het Wapen van Amsterdam in Zaandam. De houtkoper Cornelis de Koning uit Haarlem liet De Grauwe Kieft toen via zijn gemachtigde Gerbrand de Vries, een timmerman uit Zaandam, verkopen ‘ter amotie’. De molen moest dus worden gesloopt. Cornelis Zemel, sloper van beroep en eigenaar van een werf aan het Schiermonnikoog in Zaandam, werd de nieuwe eigenaar. Hij betaalde f. 454,- voor de eens fraaie paltrok, waarvoor hij de verplichting op zich nam De Grauwe Kieft voor 25 juli van zijn erf te verwijderen. Een paar weken later hield hij een openbare verkoping van een grote partij brandhout, balken en vloerdelen, die ongetwijfeld van De Grauwe Kieft afkomstig was.
De sloop was op 8 juli in volle gang. Toen werden de roeden van De Grauwe Kieft verwijderd. Timmerman H. Koenen liep daarbij een zware verwonding op. “Enige weken geleden had hij aan de Wormerveerse stoomoliefabriek De Vlijt van de heer T. Bon drie vingers zwaar verminkt,” meldde het Zaanlandsch Nieuws-en Advertentieblad. “Maandagmiddag overkwam hem een nieuw ongeluk bij de sloop van De Grauwe Kieft. Bij het losmaken van de roedwiggen geraakte één der pas genezen vingers bekneld tussen het stempel en de as en werd daarvoor voor de helft verpletterd.”