Op 21 januari 1700 vond een veiling plaats van ‘een welgemaakte tabaksstampersmoole sonder erf staende tot Wormerveer, besuyde de Pampiermoole Het Vierendeel met alle sijn gereetschappe onder de conditie dat de moole op het erf mag blijven staan mits daarvoor jaerlijks huur sal worden betaald.’
Deze mededeling werd genoteerd in het oud-rechterlijk archief (ORA) van de Banne Westzanen, het bestuurslichaam van de Zaanstreek ten westen van de Zaan .
Deze molen stond in het Guisveld op een gehuurd erf. Het Vierendeel was een andere naam voor de papiermolen De Jonge Voorn, welke ten zuidwesten van het huidige station zijn wieken zwaaide en in 1890 werd onttakeld.
Zijn onbekende buurman wordt in Duizend Zaanse Molens niet genoemd. Dit tabaksstampertje dateerde al van vroegere datum, want eigenaar Jan Pietersz de Jonge bracht de molen in veiling, zodat er daarvoor al meegewerkt moet zijn. Jan Groen haalde op 400 gulden het plok voor het hoogste bod bij opbod, maar bij afslag bood Cornelis Willemsz. Mol 100 gulden, zodat hij voor 500 gulden eigenaar werd van dit ongetwijfeld kleine molentje.
De naam van de molen werd bij deze veiling niet genoemd, maar dook wel op in de transportregisters, waarin de verkoop ‘tegen contant geld’ werd vastgelegd. De molen bleek De Groene Mol te heten en Cornelis Willemsz Mol, Jan Claasz Smit en Cornelis Symonsz Groen, alle drie Wormerveerders, waren de kopers. De molen werd ten zuiden belend door Cornelis Jansz Smit en ten noorden door Symon Cornelisz Wennes. Het erf was gehuurd, maar als bijzondere bepaling werd vastgelegd, ‘dat De Groene Mol mocht blijven staan zolang het de kopers belieft tegen f. 3,- huur per jaar’ .
In elk geval bleef deze onbekende Groene Mol tot 14 januari 1704 actief, want toen verkochten Cornelis Mol en Jan Smit hun 1/3e part voor f. 315,- aan Cornelis Groen, die toen dus alleen eigenaar was .