De molen De Huisvrouw werd als snuifmolen gebouwd. Dat gebeurde vermoedelijk in 1749. De eigenaar was Engel Huisman, burgemeester van Krommenie, die ook de snuifmolen De Huisman in bedrijf had.
Toen Engel in 1753 stierf werd De Huisvrouw genoemd in zijn testament. Dit was de eerste vermelding, die van de molen werd gevonden. De snuifmolen stond aan de Nauernasche Vaart ten zuiden van de oliemolen De Spinbol, vlakbij de grens met Krommenie. Het was de vijfde molen in het rijtje vanaf Krommenie. De Huisman werd zuidelijk van De Huisvrouw gebouwd.
Op 12 februari 1780 was de molen eigendom van de weduwe Jan Oosterhoorn, die hem voor f. 3000,- liet verzekeren. Achttien jaar later werd Gerrit van Vliet Oosterhoorn ingeschreven als eigenaar . Dat gebeurde op 19 februari, de dag van de jaarvergadering van het brandcontract, waarop de inschrijvingen formeel plaats vonden. De notaris, die het contract als secretaris diende, nam alle overschrijvingen mee naar de vergadering, waar de deelnemers aan de onderlinge brandverzekering verplicht aanwezig moesten zijn, en liet daar de actes tekenen. Zo voorkwam men dat de eigenaren tussentijds naar de notaris moesten reizen.
In 1801 werd De Huisvrouw omgebouwd tot papiermolen. Gerrit van Vliet Oosterhoorn verkocht toen 1/32ste part in de molen met ‘erf, schuren en aanhorigheden, alsmede 800 roeden land in de ban van Assendelft’ aan Simon Willemsz uit Krommenie . De transactie vond op 21 mei plaats. Ongetwijfeld is daarna de verbouwing van de molen begonnen, want vanaf 15 november van dat jaar werd De Huisvrouw als papiermolen in het zogenaamde Papiermakerscontract verzekerd.
Simon Willemsz luisterde naar de achternaam Bakker. Deze werd in de verkoopacte van 1801 niet genoemd, maar Simon Bakker verzekerde 28 december 1815 de papiermolen De Huisvrouw voor f. 10.000,- tegen brand. Pas op 14 november 1865 werd deze verzekering geannuleerd . De molen stond toen nog steeds op naam van Simon Bakker & Comp.
Volgens Pieter Boorsma werd de molen een jaar later gesloopt, maar volgens een aantekening in het archief van het Papiermakerscontract vond er in januari 1880 een schouwing plaats in De Huisvrouw, waarbij de stookplaats onder de loupe werd genomen. Hier stond de kachel voor de verwarming van de lijmketels en de kuipen. De installatie werd afgekeurd, omdat hij brandgevaarlijk was .
De Huisvrouw stond dus in elk geval vijftien jaar langer op zijn standplaats aan de Nauernasche Vaart.