In 1794 werd door de regenten van de Banne Westzaan een nieuw gaarboek aangelegd, waarin de verpondingen van Koog, Zaandijk en Wormerveer werden geregistreerd. Op 7 januari 1795 noteerden ze dat Kaspar Heren uit Koog aan de Zaan f. 1.80 had voldaan voor de molen De Huisvrouw. Deze was onder verpondingsnummer 307B geregistreerd. Kaspar woonde zelf in het huis, dat onder nummer 307 in het register werd vermeld.
Hoewel er uitsluitend werd genoteerd dat Heren zijn belasting had betaald voor ‘de Huisvrouw’ staat het vast dat het om een molentje ging. Alle molens in het register werden met naam genoemd, terwijl alle andere gebouwen werden aangeduid als ‘huis’ of ‘pakhuis’ en soms als ‘loots’.
Bij de molens werd ook steeds de omvang van het erf vermeld, omdat daar ook belasting over betaald moest worden, maar in het geval van De Huisvrouw gebeurde dat niet. Dit doet vermoeden dat het molentje op een schuur van het huis stond.
Wat de functie van de molen was is niet bekend. Ook de standplaats is nog niet gevonden. Kaspar Heren betaalde in elk geval tot en met 23 januari 1797 de belasting. Dit molentje komt niet voor in ‘Duizend Zaanse Molens’ van Pieter Boorsma en dient dus aan de lijst van Zaanse molens te worden toegevoegd.