De Jonge Ridder of Plathannik, zoals hij ook wel werd genoemd, was een zeskante bovenkruier, waarmee wagenschot werd gezaagd. Het molentje werd in 1708 gebouwd in opdracht van Jan Gerritsz Ridder, die op 30 april van dat jaar de windbrief kreeg. Een jaar later werd hem op 7 september de verbandacte verleend, waarin de jaarlijkse windpacht was vastgelegd, die hij aan de Banne Westzaan moest afdragen. Het ging om een bedrag van f. 3,-, waarmee wel werd aangegeven dat het een kleine molen betrof.
Pieter Boorsma signaleert in Duizend Zaanse Molens nog een tweede windbrief, die ook voor De Jonge Ridder werd afgegeven op naam van Jan Gerritsz Ridder. Het zou hier om een snuifmolen gaan, terwijl de lokatie van de molens verschillend waren.
Deze tweede windbrief heb ik in de registers van de Banne Westzaan niet kunnen vinden.
De wagenschotzager stond in elk geval aan het Blauwe Pad in Westzaandam, ten oosten van de Watering en aan de Krabsloot.
De molen stond dus in het noorden van het dorp, maar toen in 1708 de windbrief werd afgegeven werd dat begrip zeer ruim geïnterpreteerd. De schepenen legden vast dat de molen ‘omtrent de kerk’ stond.
In 1743 werd de molen afgebroken en vervoerd naar Oostzaandam, waar hij als snuifmolen weer werd opgebouwd. (Zie voor nadere gegevens – ook over de Westzaandamse Jonge Ridder of Plathannik – de Oostzaandamse molen(.
Jonge Ridder of Plathannik
Type molen: bovenkruier zaagmolen
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1708