De windbrief voor De Jonge Visscher werd op 28 juli 1722 afgegeven op naam van Cornelis Visser. De molen stond vlakbij en ten westen van de Watering achter de latere stoomzagerij De Zwarte Bruinvisch, die aan de Papenpadsloot stond.
De paltrok wagenschotzager werd op 13 augustus 1738 door brand verwoest. Eigenaar Cornelis Visser bleef niet bij de pakken neerzetten, maar kocht vier dagen later al de paltrok balkenzager De Gekroonde Boer van Cornelis Cornelisz Veen. Deze molen stond in het Westzijderveld bij Koog aan de Zaan ten westen van de spoorweg in het verlengde van de latere Machinistenstraat . De molen werd op 10 september nog op zijn oude standplaats voor f. 1600,- verzekerd door Visser , maar twee maanden later – op 19 november 1738 – schreef de nieuwe eigenaar de molen onder de naam De Jonge Visscher in. De verzekerde som was toen f. 2000,- . De Gekroonde Boer was overgebracht naar het erf van De Jonge Visscher en ging voortaan onder die naam verder.
Tot 3 januari 1760 bleef de molen hier balken zagen. Toen werd hij geveild ‘om daar vandaan te halen tot d’rolring incluijs.’ Hendrik Aalsmeer kocht De Jonge Visscher voor f. 560,-. Aalsmeer werd later in het dat jaar ook eigenaar van Het Witte Schaap, een paltrok, die even ten westen van Het Jonge Schaap achter het latere station van Zaandam stond. Hij nam de molen over van Jacob van Sante en verzekerde hem op 5 juni 1760 . Ook was hij eigenaar van De Bijl aan de andere kant van de Zaan bij de Zuidervaldeursloot in het Oostzijderveld .
Wat Aalsmeer met de gesloopte Jonge Visscher deed is niet bekend.