Pieter Boorsma meldt in Duizend Zaanse Molens dat de lattenzager De Kanarievogel, een bovenkruier, slechts éénmaal genoemd werd in de transportregisters en wel op 20 november 1727, toen Pieter Jansen hem kocht voor f. 930,-. Maar deze zaagmolen was van aanzienlijk oudere datum. Al op 13 maart 1670 werd De Kanarievogel voor f. 300,- door Frans Pietersz Booij en de andere erfgenamen van Jan Pietersz Booij verkocht aan IJsbrant Heyndericxsz Graeff. In het transportregister van de Banne Westzaanen werd gesproken van een ‘veerzaagmolentje’. Alle betrokkenen kwamen uit Westzaandam . De molen stond op een gehuurd erf ten westen van de snuifmolen De Roohoorn en ten noorden van de Blauwe Arendspadsloot.
Daar heeft deze vrijwel ‘onzichtbare’ Kanarievogel in elk geval tot 10 maart 1813 zijn wieken gezwaaid. Dat blijkt uit een staat van inventaris, die Aafje de Vries, weduwe van Klaas Keyzer, die dag liet maken door notaris H.C. Göbel. Haar overleden echtgenoot bleek eigenaar te zijn van de oliemolen De Jasper en van de snuifmolens De Gekroonde Liefde, De Roohoorn en De Kanarievogel. De laatste molen was dus inmiddels vertimmerd, waardoor het aantal in de Zaanstreek aangetroffen snuifmolens op 84 komt.
Het molentje werd voor f. 650,- opgenomen in de omvangrijke inventaris, waarin verder nog werd gemeld, dat De Kanarievogel een erf van 848 roeden of 1 hectare en 20 are had en onder kadasternummer 1317 stond geregistreerd. Hij stond inderdaad pal naast De Roohoorn. Deze molen had in 1814 kadasternummer 1315 gekregen. De Kanarievogel heeft dus in elk geval 87 jaar in het Westzijderveld bij Zaandam gestaan