Pelmolen De Korenboem stond ver in het Westzijderveld ten westen van de Gouw en in het verlengde van het Zaandamse Papenpad. De molen stond geïsoleerd en was moeilijk bereikbaar. Toen op maandagmiddag 7 juni 1880 een zware donderbui over de Zaanstreek trok en de bliksem om vier uur insloeg in de molen was er geen redden meer aan. De Zaandamse vrijwillige brandweer haalde om vijf uur ’s middags nog wel de spuit uit het spuithuis aan de Peperstraat, maar verder dan de sluis in de Hoogendijk ging men niet. Daar zag men De Korenbloem als een fakkel branden, “aangezien de molen bijna lag en te ver verwijderd was, werd rechtsomkeert gemaakt,” noteerde J.C. van Wessem in het brandverslag.
Het Zaanlandsch Nieuws-en Advertentieblad meldde een paar dagen later: “De pelmolen De Korenbloem brandde ondanks hevige inspanningen van de brandweer tot de grond toe af. Ook het pakhuis werd aangetast. Naar verluidt was de molen voor f. 9000,- verzekerd.”
De Korenbloem was eigendom van Jan Dekker Asz. uit Westzaan. Hij plaatste op vrijdag 11 juni een advertentie in het Nieuws-en Advertentieblad, waarin hij zijn dank betuigde aan de Westzaner brandweer, omdat die er toch in geslaagd was een groot deel van de lading te redden.
De brandweer moest trouwens overuren maken, want tjidens dezelfde donderbui werd ook de bovenkruier balkenzager De Kersenboom of Wattendeken aan de Pronkersloot door de bliksem geraakt. De brand, die hier uitbrak, was echter snel onder controle. Beide molens lagen hemelsbreed nauwelijks 300 meter van elkaar. Dezelfde donderbui trof ook het Huis Assumburg, een papiermolen, die bij de Avisfabrieken in het veld stond. Hier brak echter geen brand uit, maar werd wel een roede vernield. Hetzelfde gebeurde bij de watermolen De Parel in Assendelft, waar bovendien het kruirad uit elkaar geslagen werd.
De Korenbloem werd aan het eind van de zeventiende eeuw gebouwd. De windbrief was op 10 juni 1695 verstrekt aan Arian Mighielsz. De molen werd na de brand niet herbouwd