De Kruiskerk was een achtkante bovenkruier, die in 1853 door de molenmaker Jan de Vries Psz in opdracht van de gebroeders Mul werd gebouwd. De molen stond op een erf tussen de Heeren-en de Zuiderwatering. Dat was achter het station in Zaandam ten westen van de paltrok De Held Jozua.
De Kruiskerk was de grootste zaagmolen, die ooit in Nederland werd gebouwd. Hij werd uitgerust met zes zaagramen, die vanaf een hoofdas met kamraderen en door drijfriemen in werking werden gebracht. Uiteraard vergde dit bijzonder veel wind, waardoor de molen eigenlijk nooit voldeed aan de verwachtingen.
Er moest bovendien veel personeel worden ingezet, waardoor men op hoge exploitatie-kosten uitkwam, doordat vrijwel nooit alle zaagramen tegelijk konden worden benut.
Zestien jaar na de nieuwbouw was het al gebeurd met De Kruiskerk. De molen werd verkocht aan Huybert van de Stadt. Deze had de windmolen drie jaar eerder gekocht en liet hem in 1869 tot stellinghoogte afbreken en er een stoommachine in plaatsen. Deze klus werd geklaard door het Amsterdamse ingenieursbureau Landré en Glinderman . Het ging niet om een zware machine, want het stoomwerktuig leverde slechts 7 paardekrachten en draaide op één ketel. De molen was zo groot, dat er geen enkele verbouwing noodzakelijk was.
De modernisering was nog tamelijk nieuw voor de Zaanstreek. Op 1 januari 1870 waren in Zaandam nog slechts zeven stoommachines in werking, terwijl verffabrikant Heyme Vis toen net een vergunning had ontvangen voor het bouwen van een stoomfabriek ‘tot het reken van verfhout.’
De nieuwe techniek hield ernstige gevaren in en daar zouden de molenknechts al zeer snel mee geconfronteerd worden. Dinsdag 14 juni klonken er verschrikkelijke kreten door de oude molen, toen molenknecht Kef met zijn hand in de cirkelzaag terecht kwam. In één ruk werden liefst vier vingers van zijn linkerhand afgesneden… Het zou niet de laatste keer zijn dat in de stoomzagerijen dergelijke ernstige ongelukken voorkwamen.
In 1875 verkocht Van de Stadt de stoomzagerij aan Simon Alexander Stern, die er f. 19.100,- voor betaalde en tegelijk voor f. 1250,- aan losse gereedschappen overnam. Stern kon echter niet aan zijn verplichtingen voldoen. Een groep houthandelaren nam de zagerij over en gebruikte hem voor zgn. loonzagerij. Er werden dus balken in opdracht gezaagd.
Bij deze groep was ook Cornelis Corver van Wessem betrokken. Op 14 september 1882 verkocht hij De Kruiskerk aan Nico Francken Asz uit Zaandam. De Kruiskerk leverde toen f. 11.350,- op plus nog f. 1310,- aan overneming van losse gereedschappen.
De stoomzagerij bleek in de loop der jaren flink verbeterd, want er stond inmidels een 25 pk Corliss-machine in, die later door Ingliss was verbeterd en er kon stoom gemaakt worden met twee Cornwall-ketels.
In de prijs van de molen was een zeer groot schuitenhuis, dat aan het erf van de zaagmolen De Liefde grensde, inbegrepen .
Franken vroeg een brandverzekering aan voor f. 18.000,- voor De Kruiskerk, f. 2000,- voor het ketelhuis en f. 5.000,- voor de machinekamer. Hoewel ver boven de koopprijs uitgingen werden ze toch geaccepteerd door het Papiermakerscontract. Toen in 1885 de gecommitteerden van deze onderlinge brandverzekering besloten tot een collectieve verlaging van de verzekerde sommen, moest De Kruiskerk de grootste veer laten. De waarde van de fabriek werd in één klap met f. 10.000,- verminderd tot f. 15.000,- .
Volgens Pieter Boorsma werkte Francken nooit met De Kruiskerk, maar gebruikte hij de voormalige molen slechts voor de opslag van hout . Waarschijnlijk was dit in een later stadium wel juist, maar de verzekeringsgegevens van 1885 wijzen duidelijk op een in vol bedrijf zijnde stoomzagerij. Over het algemeen werden stilstaande bedrijven uit de verzekering gestoten, omdat ze een te groot risico werden. Er trad snel verval in, waardoor de waarde van de bedrijfspanden lang geen gelijke tred meer hielden op de verzekerde sommen. Bovendien nam het gevaar van brandstichting toe, omdat er geen toezicht meer was.
De Kruiskerk bleef in elk geval nog tot 1903 overeind. In dat jaar werd de fabriek gesloopt. De terrein, de balkenhaven en de resterende loodsen waren toen al door de firma Jan Dekker Jsz gekocht.