De bovenkruier balkenzager De Liefde, beter bekend bij zijn merkwaardige bijnaam De Pik, maakte maar een korte carrière in het Zaanse molenlandschap. In 1855 werd deze achtkanter geheel nieuw gebouwd halverwege en ten zuiden van de Petsloot en ten oosten van stoomzagerij De Kruiskerk. De molen stond dus iets ten noorden van het huidige station Zaandam in het Westzijderveld. Molenmaker Jan de Vries Psz tekende voor de bouw van deze robuuste molen. Zij bijnaam dankte De Liefde aan het feit, dat hij verrees op het erf van de voormalige naamgenoot. Dit was een kleine molen, waarmee latten gezaaagd werden. ‘Lattenpikkers’ heette dat in het zaans. Vandaar de bijnaam, die overging op de veel grotere opvolger.
In het najaar van 1878 verkocht de Zaandamse eigenaar Jan Honigh Csz De Liefde, omdat hij ging verhuizen. Hij zag kennelijk niets meer in het houtzagersvak en vestigde zich als winkelier in Arnhem. Op 24 oktober werden alle houtwaren, die op het erf van De Liefde lagen in openbare verkoping gebracht. Honigh was er zelf niet bij, maar hij liet zich vertegenwoordigen door Martinus Vis uit Zaandijk en de Wormerveerse pelder Jan Aten Bsz. De veiling vond voor notaris Meindert Donker uit Zaandijk plaats in café-restaurant Het Wapen van Amsterdam op de Dam in Zaandam. De enorme hoeveelheid houtwaren bracht een bedrag van f. 11.648,31 op .
Twee weken later werd De Liefde zelf geveild. Nicolaas Francken Asz, van beroep kantoorbediende, kocht de molen op 7 november 1878 in een veiling voor f. 5750,-. Hij moest bovendien f. 29,75 patentrecht betalen. Dit was een belasting voor de vergunning op het houtzagen en f. 40,- premie voor de brandverzekering. Deze verzekering, die bij een particuliere maatschappij was ondergebracht, liep tot 1 mei bedroeg f. 16.000,-. De verzekering was dus aanzienlijk hoger dan de werkelijke waarde van de molen.
Francken nam bovendien de volgende losse goederen over:

– 100 zagen met kluften; 146 nieuwe zagen; een dommekracht; een wiggenslee; waterpas; 2 spanzagen; 1 trekzaag en een handzaag; 2 mosterdpotten; 9 schroefsleutels; 1 stuk latten binderstouw; 5 molenzeilen; 1 treklijn; 4 brookhamers; 1 ladder; 1 vlaggenstok met lijn; 1 ton met teer en balie; 7 teerkwasten met pas; slijpsteen met stoel; 2 stapeltrappen; 1 partij stapelstokken; bak met spijkers; 7 rol banden; 1 koffiepot; 1 vuurpot; 1 hakmes; 6 stuks metaal; 1 bak met smeer; 1 wind met 2 panten; 1 spoorwiel met ong. 50 kammen; 1 molenas .

Honderd zagen met kluften wilde zeggen, dat de wigvormige ijzers, waarmee de zagen van onder in het zaagraam worden bevestigd, ook aanwezig waren . De brookhamers waren mokers, die ’s winters werden gebruikt om het ijs stuk te slaan, zodat de molen bereikbaar bleef en balken, die lagen te wateren niet ingevroren raakten..

Francken werd in 1882 ook eigenaar van de stoomzagerij De Kruiskerk, maar als stoomzagerij kwam hij toen al niet meer in werking. Buurman De Liefde zaagde wel op volle toeren voor Francken. De molen bleef ook niet gespaard van allerlei malheur.Op 6 november 1895 brak de as. Het vooreind stortte met de roeden op het westelijke deel van de schuur. Niemand raakte gewond bij dit ongeluk. Op 20 december draaide De Liefde weer. De as van de pas gesloopte oliemoen De Zwarte Ruiter in Zaandijk was aangekocht en daar waren twee nieuwe houten roeden in gestoken.
Met deze roeden hield ot mei 1904 hield De Liefde de strijd om het bestaan vol tot mei 1904. Toen werd de molen aangekocht door de firma Jan Dekker Jsz, die de sloper op hem afstuurde. De roeden gingen naar de krijtmolen De Grauwe Hengst. Dekker voegde de loodsen, het erf en het water toe aan het erf van De Kruiskerk, dat hij al in zijn bezit had, en al dit land ging verder als ‘houtwerf van de firma Jan Dekker Jsz.
Op de foto: Bovenkruier balkenzager De Liefde aan de Petsloot. Op de achtergrond de paltrok De Pet, die zijn naam aan de sloot leende.