In het Rijksarchief in Den Haag werden nog enkele windbrieven gevonden, die niet in het belangrijke historische onderzoek dat Gerrit Jan Honig uit Zaandijk in de jaren dertig van de vorige eeuw instelde.
C. Mol, oud-gemeente-secretaris van Wormer en schrijver van ‘Uit de geschiedenis van Wormer’ ontdekte ze in de jaren ’70.
De eerste windbrief dateert van 15 mei 1570 en werd afgegeven op naam van Jan Albertsz Clock en Jan Gerijtsz, beiden uit Haarlem. Deze molen sneuvelde ook in het oorlogsgeweld. Vermoedelijk toen Wormer in 1573 door de Spaanse troepen werd overvallen. Molens waren altijd het doelwit van de troepen. Ze konden immers goed als uitkijkpost gebruikt worden en bovendien trof men de bevolking met de verwoesting hard: er kon geen meel meer gemalen voor volksvoedsel nummer één: brood.
Jan Clock zou op 18 september 1590 een nieuwe windbrief aanvragen. Dit keer ‘voor een molen, die door hem reeds 17 jaar geleden werd opgericht in ’t Oosteinde.’
Hier vinden we dus wat meer gegevens over de standplaats, maar de exacte positie van het erf van deze derde korenmolen in Wormer werd nooit gevonden. Ook is onduidelijk wanneer deze herbouwde molen weer verdween.