Op 3 juli 1720 ontving Claas Jacobsz de Jager de windbrief voor de Nieuwe of Jonge Jager. De molen stond vlak bij zijn andere paltrok, de in 1695 gebouwde Groene of Oude Jager. Beide molens stonden aan het Jagerspad, ten oosten van het huidige station. De Oude Jager stond op de noordhoek van de latere Anna Paulownastraat en De Jonge Jager stond niet ver van de huizen. Als men het Jagerspad opliep passeerde men eerst De Jonge Jager.
Pieter Claesz de Jager, waarschijnlijk een zoon van de stichter, dook op 26 april 1732 op als eigenaar. Hij verzekerde de molen toen in een nieuw contract, waarin bepaald werd dat er nooit meer dan 14 deelnemers mochten zijn. In 1760 behoorde Pieter met De Nieuwe of Jonge Jager nog steeds tot deze veertien.
Vanaf 14 juni 1796 was de molen in handen van Cornelis Csz Corver & Zoon, die de paltrok inclusief een stuk land voor f. 1600,- overnam. Onder aan de acte stond: Oremus, latijns voor ‘het is jammerlijk gesteld.’ Maar de Franse overheersing van Europa was dan ook in volle gang.
Deze molen maakte rond 1872 plaats voor een stoomzagerij, die de naam De Nieuwe Jager kreeg.