De weduwe Cornelis Janse Bruyn liet op 5 april 1731 hout verkopen, dat bij de molen Het Noordsche Bos lag. Dit was de eerste vermelding, die gevonden werd van deze paltrok balkenzager. Hij stond ten westen van de Vaart en ongeveer ter hoogte van het latere station. Tegenwoordig herinnert de straat Het Noordsche Bos, tussen de Stationstraat en het Ankersmidplein nog aan de molen. De straat ligt middenin het centrum van Zaandam.
Een felle storm maakte op maandag 16 februari 1880 een einde aan zijn bestaan. Boorsma geeft in Duizend Zaanse Molens 9 februari aan voor dit ongeluk, maar de verslaggever van Het Zaanlansche Nieuws-en Advertentieblad is duidelijk over het tijdstip. De harde wind rukte een gedeelte van de kap af, de as brak en kwam met een deel van de roeden naar beneden, waarbij ook het molenlijf zwaar werd beschadigd.
In 1880 waren de stoomzagerijen al fors in opmars, zodat aan herstel niet meer werd gedacht. Op 9 april van dat jaar berichtte het Nieuws-en Advertentieblad dat eigenaar M. Poel, directeur van houtzagerij Weyer Poel & Zonen vergunning had gekregen voor de bouw van een stoomzagerij met een machine van 12 pk op het erf van de afgebroken molen. Als bijzondere voorwaarden kreeg hij opgelegd, dat de schoorsteen 17 meter hoog moest zijn en dat het ketelhuis geheel uit steen moest worden opgetrokken. Dit in verband met de brandveiligheid .
Noordsche Bos
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1731