De Oranjeboom of Droomer, zoals hij in de volksmond altijd werd genoemd, was één van de oliemolens, die aan de Vaartdijk in Assendelft werd gebouwd. Dit gebeurde na het graven van de Nauernasche Vaart in 1634. De molen stond ten zuiden van oliemolen Het Roohart of Storm en ten noorden van oliemolen De Koning of Koot. De Oranjeboom was de tweede molen vanaf de grens met Krommenie.
Over het stichtingsjaar is niets gevonden. Op 4 juli 1668 dook de molen voor het eerst op in de stukken. Toen kocht Gerrit Luitsz uit Zaandijk een half part in De Oranjeboom van Jan Hendriksz Schipper Zeven jaar later bleek dat Luitsz de enige eigenaar was, toen hij het halve part weer terug verkocht aan Jan Schipper, die er f. 1100,- voor betaalde.
Bij deze verkoop bleek de molen voorzien van een dubbel oliewerk. Er werd een bijzondere clausule in de koopovereenkomst vast gelegd: “zo lang zij de molen bezitten zal niet meer voor slagloon worden betaald dan f. 15,- het last.”
Luitsz en Schipper waren dus een compagnieschap aangegaan. De familie Luitsz bleef lang betrokken bij de molen. In 1711 verzekerde Jan Jansz Aardig de lading van de molen voor f. 200,-. Hij was getrouwd met Lijke Dirks Luits.
Toen het echtpaar in 1739 overleden was verkochten de erfgenamen op 2 mei De Oranjeboom aan burgemeester Gerrit Tip en zijn zoon Jan, die er f. 3650,- voor betaalden. De burgemeester van Westzaan hielp zijn kinderen een handje, want de verzekering van de molen werd in het Olieslagerscontract ingeschreven op naam van Jan en zijn broer Gerrit Tip.
Ook burgemeester Willem Bruigom Tip had assistentie verleend bij de aankoop, want op 10 mei 1743 verkocht hij een half part in de molen voor f. 2400,- aan Gerrit Tip sr., die toen volledig eigenaar was. Zes dagen eerder had Jan Lourisz Ris nog f. 2300,- geboden op een veiling voor dit halve part. Willem Bruigom en Gerrit Tip traden toen als gemachtigden op van de zoons. Dit bod werd kennelijk niet hoog genoeg geacht, waarop Gerrit Tip het voor f. 2400,- overnam.
Voor zijn zoons was het vak van olieslager kennelijk niets, want twee maanden later deed Gerrit De Oranjeboom voor f. 6000,- over aan de Krommenieër Claas Cornelisz Dekker. Hij had dus een mooi winstje gemaakt.
De Oranjeboom of Droomer zou steeds oliemolen blijven. Hij hield stand tot 1808. De papiermaker Simon Bakker uit Krommenie, die toen met De Koning of Koot werkte, noteerde in dat jaar de sloop van De Droomer in zijn dagboek.

Voor uitgebreide info m.b.t. De Oranjeboom of Droomer: info@duizendzaansemolens.nl