Terecht veronderstelde Boorsma, dat De Oude Stam een vroege houtzager was. De molen stond aan het einde van het Zeemanspad ten oosten van het Rustenburg. Op 24 juli 1659 vond een reeks transacties plaats. Cornelis Jansz Schaep verkocht De Oude Stam en een damschuit voor f. 1000,- aan Claas Cornelisz Ouwekees. Het erf ging voor f. 400,- naar Jacob Claesz Leen, die ook belangen zou verwerven in Het Zwarte Schaap, en nog dezelfde dag verkocht Leen het erf voor hetzelfde bedrag. De reden daarvan is onduidelijk. Door deze transacties werd de levensduur van De Oude Stam, die in 1750 werd gesloopt, met 33 jaar verlengd .
Boorsma kwam de molen voor het eerst tegen in een assurantiecontract van 23 februari 1692. De molen was op 1 januari 1703 in handen van Jan Pietersz Korver , terwijl hij in de winter van 1726 werd vermeld als grenen balkenzager. Toen was Cornelis Mens eigenaar en hij kon het weten, want Mens was één van de drie schaatsenrijders, die in deze winter na een lange tocht door de Zaanstreek een lijst met 534 molennamen en hun eigenaren aanlegde. Zijn twee schaatsvrienden waren Jacob van Sante en Jan Pouwelsz Bont.
Op 7 augustus 1738 werkte Mens nog steeds met De Oude Stam. Die dag sloot hij een contract af met Jan Lijnsz Rogge, de directeur van de lijnbaan De Witte Olifant, over het gebruik van een sloot.
Rogge wilde de sloot ten noorden van zijn lijnbaan beschoeien tot aan de Vaart, maar omdat Mens in deze sloot zijn balken had liggen kon dat overlast voor hem opleveren. Jan Rogge verklaarden dat hij dit zoveel mogelijk zou voorkomen en eventueel bereid was schade te vergoeden. Tegelijkertijd werden de gebruiksrechten van de sloot vastgelegd. Daarbij werd bepaald dat het westeinde van de sloot niet beschoeid zou worden en dat dit deel van het water door Mens gebruikt werd om zijn balken in te leggen. Het contract stelde: “Het water is in eigendom van de lijnbaan en wordt in leen gegeven.” Tevens werd vastgelegd dat de “sloot of het water ten noorden de schoeiing eigendom is van de lijnbaan en de ingelanden van het Zeemanspad .”