Watermolen De Parel werd in 1848 gebouwd na de inpoldering van de Veenpolder bij Nauerna. Dit was de grootste molen, die in de Zaanstreek gebouwd werd. Hij had een vlucht van ongeveer 29 meter (104 voet).
Maandag 8 juni sloeg de bliksem in deze uitzonderlijk grote roeden, waardoor het getroffen roed gespleten werd. Ook het kruirad moest het ontgelden. Dit sloeg volledig uit elkaar. Het Zaanlandsch Nieuws-en Advertentieblad van vrijdag 11 juni wist te melden: “Door de vreselijke donderslag was de molenaar twee dagen doof, maar hij is inmiddels geheel hersteld.”
Er brak wonder boven wonder geen brand uit. Dezelfde donderbui verwoestte om vier uur ‘s middags in Westzaan pelmolen De Korenbloem, terwijl zaagmolen De Kersenboom en papiermolen Het Huis Assumburg eveneens door de bliksem getroffen werden.. Bij De Kersenboom brak een brand uit, die snel werd geblust, terwijl Het Huis Assumburg er zonder brandschade afkwam.
Deze blikseminslag werd door Pieter Boorsma abusievelijk toegeschreven aan watermolen De Guit bij Westzaan .
De tijdelijk dove molenaar van De Parel zou niet lang meer op De Parel werken. In juli vroeg het polderbestuur van Assendelft een nieuwe molenaar, waarop liefst 35 sollicitanten “uit alle oorden van het land” reageerden. Er lag een jaarsalaris van f. 234,- klaar met het gebruik van een bunder weiland en “enige emolumenten.” Ongetwijfeld behoorde hier het visrecht in de molenkolk bij. Met de palingvangst had menig watermolenaar een aardige bijverdienste.
De keuze viel uiteindelijk op J.Leyten, een molenaar uit Winkel in West-Friesland .
Lang zou hij niet in functie blijven, want in 1883 brandde De Parel tot de grond toe af, waarna op dezelfde plaats het stoomgemaal De Parel werd gebouwd.