De windbrief voor De Pelikaan werd op 4 juli 1639 aan Sijmon Jansz. uit Koog aan de Zaan verstrekt. De molen stond op de Koger Hem aan de Zaan. De Pelikaan, in de volksmond beter bekend als de Oude Pelmolen, geldt als de eerste pelmolen, die in Nederland werd gebouwd. De molen is van oudere datum dan de windbrief doet vermoeden. Op 8 januari 1639 werden namelijk twee 1/8ste parten in de molen verhandeld voor een bedrag van f. 250,-, zodat de waarde van deze eersteling f. 2000,- was.
Adriaen Pietersz van der Ley en zijn broer Adriaen Gerritsz van Someren verkochten de parten aan Cornelis Jansz. Het ging om aandelen ‘in een molen met een erf, die gepelde gerst maalt, staande te Koog, belend ten noorden en ten zuiden door Cornelis Jansz, woonende oversaen met vrij pat naar ’s Heerenweg.’
De nieuwe eigenaar woonde dus in Oostzaandam. Deze verkoopacte is interessant, omdat hier uitblijkt dat de eerste pelmolen in ons land niet in 1639 maar al eerder werd gebouwd. Waarschijnlijk in 1638. Dat de windbrief later werd aangevraagd is geen uitzondering. Er was kennelijk enige achterstand met de aanvraag van deze belangrijke documenten, want op 4 juli 1639 werden nog vijf andere windbrieven uitgegeven. Het ging om de volmolens De Blaasbalg in Zaandijk en De Wever in Koog aan de Zaan, die ook eigendom waren van Van der Ley en Van Someren; De Wezel, een volmolen in Koog van Pieter Jaspersz; een oliemolen zonder naam in Krommenie, die eigendom was van Anna Fredericx, weduwe van Cornelis Duijfjes en een hennepklopper zonder naam in Westzaan, die op naam stond van de broers Pieter en Willem Willemsz Peereboom. Er was dus duidelijk achterstand in de administratie, want het lijkt uitgesloten dat deze molens tegelijk gebouwd werden.
Deze eerste acte met betrekking tot De Pelikaan is ook interessant, omdat er uit blijkt dat de koopmansfamilie Van der Ley een grote rol speelde bij de bouw van dit nieuwe type molen . Zij hadden al grote belangen in volmolens in Koog en Zaandijk en waren actief in de papiermakerij, waarin zij als eersten witpapier zouden gaan maken met De Wever, die in 1674 werd omgebouwd tot papiermolen. Ook was deze ondernemende familie actief met olie-en verfmolens.