Op 6 janauri 1695 verkochten de erven Maarten Poort de paltrokken De Groene Jager en De Kleine Poort aan Carel Carelsz Verkruyssen inclusief de erven ter grootte van 198 roeden, waar de molens op stonden. Er werd een vrij overpad gegarandeerd over het land van Jan Louwe en de koopsom van f. 1450,- moest in vier jaarlijkse termijnen worden voldaan: 1 x f. 250,- en 3 x f. 300,- en f. 300,- contant . Het erf lag aan de Mallegatsloot en de dors, die op deze sloot uitkwam, vlak achter het Breedweer tegenover de oliemolen De Vogelstruis, die in Westzaandam stond.
De molen was dus in elk geval 38 jaar ouder dan tot nu toe bekend. Pieter Boorsma trof De Poort voor het eerst aan in 1733, toen Reijer Jacobsz eigenaar was. Tien jaar later verzekerde Dirk Graaf de molen.
De molen ging op 8 december 1757 over op Jan IJsbrandsz Koning. Er ging een scherp conflict tussen Jan en zijn vader IJsbrand Koning aan vooraf. Dat bleek uit de acte van scheiding, die op die dag werd opgemaakt. Al op 10 mei 1737 had Aafje Koning, een zuster van Jan, die met Adriaan Oosterhoorn was getrouwd, haar moederlijk erfdeel ontvangen. De moeder was Maritje Willems Joor. Haar erfdeel was bepaald op f. 3334,- en moest door beide kinderen gedeeld worden, maar uit de stukken van 1757 bleek dat Jan zijn deel nooit had gekregen. Die dag werd vastgelegd, dat zijn vader hem de volgende onroerende goederen ter waarde van het erfdeel overdroeg:
de houtzaagmolen De Poort achter ’t Breet
2 stukken land van 880 ½ roeden ten zuiden van de molen
2 stukken land van 390 roeden ten oosten van de molen
1 stuk land te Koog, waar de molen ’t Halfje op heeft gestaan
1 akker van 158 roeden
een huis en erf op ’t eijnde van ’t Breet.
Jan verplichtte zich ‘niet langer zijn moedersgoed te sullen pretenderen.’
Uit deze acte bleek bovendien dat de snuifmolen ’t Halfje in dat jaar werd gesloopt. Een tot nu toe onbekend feit .
In 1784 was Jan Koning nog steeds eigenaar. Hij had ook belangen in De Herderin aan het Breedweer en andere houtzaagmolens in de omgeving. Op 13 mei 1784 verkocht hij De Poort voor f. 700,- aan zijn zoon IJsbrand .
De molen werd in 1810 afgebroken. Op 13 januari werd De Poort in veiling gebracht. Er werd tot f. 400,- geboden wat te weinig bleek. De molen werd teruggetrokken uit de verkoping, maar op 28 juli van dat jaar werd De Poort opnieuw geveild. Dit keer boden Pieter en Cornelis Stoffels f. 500,-. Dat was voldoende. Zij verplichtten zich de molen van het erf te halen.
Poort
Plaats: Koog
Bouwjaar: 1695