In Zaandijk stond aan het einde van de zeventiende eeuw een tabakstamper met de naam De Quack. Dit was Zaans voor ‘blauwe reiger’. Onder deze naam stond ook zeer lang een molen – later verfmolen – in Zaandijk. Boorsma gaat er in zijn boek Duizend Zaanse Molens vanuit dat de molens identiek waren, maar ik heb hiervoor geen bewijzen kunnen vinden. Het lijkt er op dat De Quack dezelfde is als De Spaanse Vlieg, een tabakstampertje op de grens met Wormerveer.
De Quack kwam op 31 januari 1697 naar voren toen Dirk Jansz Boer de molen verkocht aan Jan Tijse. Deze betaalde er f. 460,- voor, hetgeen er opduidt dat het een klein molentje was .
Negen dagen eerder werd de windbrief voor De Blauwe Reiger afgegeven aan Pieter Maartensz Kop en Cornelis Simonsz Honigh. Van hen is geen sprake bij de verkoop van De Quack, die drie jaar later nog opduikt bij een veiling van losse goederen. Deze vond plaats op 27 mei 1700 voor schout en schepenen van de Banne Westzaan. Zij noteerden de verkoop door Jan Tijz uit Zaandijk aan zijn plaatsgenoot Tuens Albertsz Spaens “van losse goederen behorende bij de tabaksstampersmolen De Quack, staande te Zaandijk” van de volgende goederen:
2 seijle f. 6:-:-
een seef f. 5:-:-
162 pond gewigt met balans en schale f. 20:-:-
4 seeve f. 5:-:-
een partij timmermansgereedschap f. 10:-:-
______
totaal f. 46:-:-
Spaens was ongetwijfeld familie van Albert Jansz Spaens, die op 22 januari 1697 de windbrief had verkregen voor de snuifmolen De Spaansche Vlieg, die in het noorden van het Guisveld bij de grens met Wormerveer stond. Op deze dag werd ook de windbrief voor De Blauwe Reiger uitgeschreven op naam van Kop. De Vlieg was op 28 januari 1713 verdwenen. Toen werd het erf, waar de molen opgestaan had, geveild. Maar er volgde herbouw.
De windbriefhouders van De Blauwe Reiger werden bij al deze transacties op geen enkele wijze genoemd. Van Jan Tijsz is na de veiling niets meer te vinden, maar De Quack dook op 1 februari 1720 nog een keer op. Toen verkocht Guurtje Willems, de weduwe van Cornelis Engelsz Beijtel een stukje land van 246 roeden bij het molentje De Quack in Zaandijk aan Pieter Gerritsz Luyt . Bovendien verkocht notaris Theunis Spaans uit Koog op 14 april 1731 de ‘tabaksstampersmoolen De Quack of Spaanse Vlieg, ten zuiden belend door de landerijen van de papiermolen De Herderin’ voor f. 500,- aan Albert Hendriksz Spaans .
Het is de enige keer, dat De Quack en De Spaanse Vlieg als dezelfde molen worden genoemd en dit lijkt mij de juiste oplossing. De oorspronkelijk naam zal dan De Quack geweest zijn en de bijnaam De Spaanse Vlieg, omdat hij eigendom was van de familie Spaans en klein van formaat.