Cornelis Pietersz Arisses ontving op 24 februari 1679 de windbrief voor de hennipklopper De Reiziger in Westzaan. De tiende september van dat jaar werd hem ook de bijbehorende verbandacte uitgereikt door de schepenen van de Banne Westzaan. In deze verbandacte moest Arisses, zoals gebruikelijk, zijn molen als onderpand geven voor het geval hij niet aan zijn financiƫle verplichtingen kon voldoen. Er werd hem een windpacht van f. 2,00 opgelegd, zodat het om een kleine molen moest gaan.
De Reiziger was gebouwd in het Zuideinde, maar waar precies is nooit duidelijk geworden. Ook werd er, behalve de twee genoemde stukken, nooit meer een spoor van de molen aangetroffen in de archieven. Het is niet bekend wanneer deze hennipklopper het veld weer heeft geruimd.