In 1651 werden de drie watermolens aan het Barndegat gebouwd om de Oostzanerpolder te bemalen.Het waren grote achtkante bovenkruiers. Zij stonden ten oosten en aan het eind van de Watering bij het Barndegat, een oude afgedijkte inham van het IJ tussen Oostzaandam en Oostzaan.
De Slaper was de middelste van deze drie molens. De andere twee luisterden naar de namen De Waker en De Dromer.
Op 23 oktober 1878 sloeg de bliksem in De Slaper, die in brand vloog en reddeloos verloren ging.
Het polderbestuur besloot tot herbouw. De fundering van de oude Slaper was nog bruikbaar. Op 3 mei 1879 vond de aanbesteding plaats in het Beursgebouw in Zaandam. Er bleken negen inschrijvers:
1. wed. G. Gras & Zn. f. 15.385,-
2. J. Leguit, Zaandam f. 16.400,-
3. W. Rus, Nieuwe Niedorp f. 16.666,-
4. G. Sol, Zaandam f. 17.018,-
5. C. Bloem, Nieuwe Niedorp f. 17.222,-
6. F. Peters, Amsterdam f. 17.250,-
7. Vredenduin & Co, Zaandijk f. 17.500,-
8. Molenaar, Hoorn f. 17.925,-
9. Honig, Koog aan de Zaan f. 18.391,-

Zoals gebruikelijk werd de bouw toegewezen aan de laagste inschrijver, zodat de firma Weduwe G. Grass & Zn uit Zaandam aan de slag kon. Tijdens de bouw deed zich een zwaar ongeluk voor. Op 28 juli 1879 werd timmermansknecht C. M. getroffen door een vallende balk, die hij op zijn hoofd kreeg. Voor zijn leven werd gevreesd. Hoe het afliep met de ongelukkige timmerman is niet bekend .
De nieuwe Slaper zou nog dertig jaar in actie blijven. In 1909 werd een motorgemaal gebouwd. dit betekende gelijk het einde van De Waker, die werd afgebroken en naar Grave in Noord-Brabant getransporteerd. De Dromer en De Slaper bleven nog vijf jaar staan, maar in juni 1914 kwamen de slopers.
Op de foto: Schilderij van de wereldberoemde Franse kunstschilder Claude Monnet anno 1871. Weerpad met op de achtergrond de watermolens De Waker, De Slaper (midden) en De Dromer. De twee molens op de voorgrond zijn door de kunstenaar toegevoegd om het artistieke beeld te completeren. Topografisch gezien horen deze molens hier niet thuis. Het gaat waarschijnlijk om Het Bruine Schaap en De Jonge Beer, twee houtzagers van de familie Van de Stadt, waarmee Monnet goed bevriend was. Deze molens stonden ten noorden van het Weerpad.