De snuif-en verfmolen De Stolp aan het Zonnewijzerspad – de huidige Reigerstraat in Zaandam – was als wipmolen gebouwd. Een tot nu toe onbekend feit, dat werd onthuld in de brandkroniek van de doopsgezinde voorganger Jan Honig, die in Koog aan de Zaan werd geboren. De kroniek loopt van 1720 tot 1822. Honig meldde: “26 April 1760 Het Bovelijf van de mole Stolp, zijnde een wip, tot Westzaandam verbrandt.”
Uit het brandcontract blijkt dat het grootste deel van de molen behouden bleef. Er was een schade van f. 650,-, waarvan de eigenaresse Antje Dirks Doon f. 647,- kreeg uitgekeerd. Antje stond al op 7 januari 1738 als eigenaresse genoteerd.
Na de brand werd De Stolp tijdelijk uit de verzekering gehaald. Op 10 mei vond de royering plaats, maar op 20 oktober werd de herstelde Stolp weer ingeschreven door Dirk Heyntjes, de zoon van Antje. .
Na de brand volgde herbouw. Vermoedelijk weer als wipmolen. De verzekerde som bleef in elk geval gelijk: f. 1000,-. De nieuwe molen, die voor 28 februari 1827 weer verdween, hield wel de oude naam.
De molen dankte zijn naam aan zijn bouwer Dirk Dirksz Stolp, die op 8 oktober 1696 de windbrief ontving. Veel is er over de beginjaren van De Stolp niet bekend. Pas in de winter van 1726 dook de naam weer op, toen drie schaatsenrijders een tocht door de Zaanstreek maakten en alle molennamen en die van hun eigenaren noteerden. De Stolp werd door hen als verfmolen in de lijst opgenomen op naam van Jan Gonjer, die ook eigenaar van De Wandelaar was. Hier maakten de schaatsliefhebbers een vergissing. Dit was hoogstwaarschijnlijk De Reizenaar of Reiziger, beter bekend onder zijn scheldnaam De Smous. De Stolp en De Smous waren vrijwel voortdurend in dezelfde handen.
Drie jaar later – in 1729 – was Jacob Sijmonsz Heyntjes eigenaar van de molen. Hij had toen ook de vlakbij staande verfmolen De Reizenaar of Steekbijl in eigendom. Dit blijkt uit een attestatie, een beëdigde verklaring, die Heyntjes op 4 oktober van dat jaar aflegde, waarin geëist wordt dat de Papeveer of Togtsloot op kosten van de regenten wordt uitgebaggerd. “Niemand kan zich herinneren, dat dat ooit is gebeurd,” verklaarde Heyntjes samen met Gerrit Jansz Poort en Jacob Claesz Dekker, de eigenaars van de zaagmolen ’s Lans Welvaren en De Dekker. Zij stelden hun eis, omdat in het verleden de veersloten ten zuiden van de kerk en die ten zuiden van de Papenpad ook op kosten van de dorpsregenten werden gebaggerd .
In 1771 werd De Stolp als verfmolen verkocht door Antje Dirks Doon, de weduwe van Claas Vis. Zij machtigde Pieter Korver en Jacob Heintjes uit Westzaandam om haar zaken af te wikkelen. Daarbij werd ook de achtkante verfmolen De Reizenaar in Westzaandam in de aanbieding gedaan.
Antje was een geval apart. Zij was weduwe van Jacob Heyntjes, toen zij in 1733 met Claas Heymensz Vis trouwde. Drie jaar later was het over met de liefde. Er was een enorm conflict ontstaan over de wijze waarop de zaken bestuurd moesten worden. Dat liep zo hoog op, dat Claas Vis en Antje Doon besloten te scheiden van tafel en bed. Dat was een uiterst ongebruikelijke stap in die dagen. De molen, die zij verworven had door haar eerste huwelijk, kwam in de verzekering op naam van Antje te staan. Samen met haar zoon Dirk regelde ze de zaken en dat zou zo blijven tot de verkoop in 1771 .
De Stolp ging voor f. 1800,- naar Cornelis Duyn, toen al een vooraanstaand koopman in de snuifmalerij. Bij deze transactie bleek de windpacht voor de nieuwe Stolp f. 3,-. De Reizenaar werd overgenomen door Pieter Storm uit Koog aan de Zaan . Op 28 januari was de hele verkoop geregeld.
Stolp
Type molen: verfmolen
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1696