Hillebrant Jansz ontving op 25 juli 1719 de windbrief voor De Vaandeldrager, die ten westen van de Zuider Watering stond. De juiste plaats is niet bekend, maar ongetwijfeld stond hij niet zover van de Hoogendijk. De molen werd op 19 november 1738 door Jansz nog verzekerd, maar vier jaar later kocht Klaas Bruijn De Vaandeldrager op 11 oktober tijdens een veiling. Hij betaalde er maar f. 855,- voor.
De molen zou niet lang meer op zijn standplaats blijven. Op 6 april 1750 joeg een zware storm over de Zaanstreek, die op het vooreiland in de Zaan de paltrok De Spinrocken van Claas Floor van de ringmuur blies. De molen was onherstelbaar beschadigd. Floor kocht De Vaandeldrager en molenmaker Arent Fijn verrichtte het kunststukje door de paltrok in zijn geheel op schuiten naar de Hoogendijk te brengen, over de dijk te transporten, opnieuw op vlotschuiten te plaatsen en naar het eiland te varen. Daar werd De Vaandeldrager op de ringmuur van De Spinrocken gezet. In vier dagen tijd hadden Fijn en zijn mannen dit huzarenstukje geregeld. Op 16 mei kon De Vaandeldrager weer draaien. Hij kreeg overigens een nieuwe naam: De Nootenboom, maar in de volksmond bleef hij altijd Het Vaandel heten.
(zie ook Nootenboom).