Van De Veldlust of Bril vond Pieter Boorsma geen gegevens. Hij achterhaalde uitsluitend, dat de molen van deze naam in het begin van de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd vervangen door een stoomzagerij. Deze werd eveneens De Veldlust genoemd.
Pieter Boorsma gaat er in zijn standaardwerk Duizend Zaanse Molens vanuit, dat De Veldlust een paltrok was en dat hij eerder onder een andere naam bekend was.
Inmiddels zijn er aanvullende gegevens gevonden. De molen stond ten westen van de Vaart achter het Otterspad, hetgeen blijkt uit de kadasterkaart, die Pieter van der Bosch in 1832 in opdracht van de gemeente Zaandam maakte.
In 1845 was De Veldlust eigendom van de dames Catharina Ebmeyer, weduwe van Dirk Dekker en Aafje Dekker, echtgenote van houtzager Johan Simonsz. De molen was op 4 januari 1837 door onderhandse koop in bezit van de familie Dekker gekomen. Op 22 maart 1845 werd De Veldlust in veiling gebracht, waarbij hij als bovenkruier wagenschotzager – en dus niet als paltrok – werd beschreven. De Veldlust werd tegelijk met de paltrok De Dekker verkocht, waarvan de beide vrouwen eveneens elk voor een half part eigenaressen waren.
Beide molens stonden zeer dichtbij elkaar, waarbij De Dekker noordelijk van De Veldlust en eveneens aan de Vaart stond. Behalve de molens werden ook de omliggende landerijen en de daarop staande schuren en schuitenhuizen verkocht.
Koper werd Cornelis Corver Mats, die f. 4600,- voor beide molens en de landerijen betaalde. Met deze aankoop legde Corver Mats de basis voor zijn bedrijf, dat hij in de loop der jaren nog zou uitbreiden met de wagenschotzager De Oranjeboom, de Koning Salomon, De Vergulde Ster en De Valk .
Aan het begin van de jaren ’70 van de negentiende eeuw liet Corver Mats De Veldlust ombouwen tot stoomzagerij. De molen kwam daarvoor in aanmerking, omdat het een bovenkruier was. Deze zagerij kreeg ook de naam van de molen, maar de gemoderniseerde Veldlust was nog steeds gering van omvang.
Cornelis Corver Mats breidde zijn bedrijf op 13 april l872 nog eens uit. Hij kocht toen de paltrok De Valk achter het Stuurmanspad en De Vergulde Star aan de Vaart achter het Noorderkerkpad, de huidige Parkstraat. Corver Mats had toen enorme bezittingen achter de Bullekerk, waar vijf van zijn molens stonden. Alleen de Koning Salomon of Salomo’s Recht, zoals hij eigenlijk heette, stond verder weg achter het Zilverpad, de huidige Gedempte Gracht. Met vijf molens en een stoomzagerij was Corver Mats eigenaar van het grootste houtzagersbedrijf in de Zaanstreek.
Dat bleek wel bij de boedelscheiding, die na de door van Cornelis Corver Mats op 20 december 1881 plaatsvond. De erfgenamen waren zijn echtgenote Duifje Duyvis, die op 22 juli 1883 in Haarlem zou overlijden, en de kinderen Jacob, Adriaan, Cornelis en Johannes, die nog minderjarig was. Het bedrijf ging naar Jacob en Cornelis, die elk een half part in de molens en de stoomzagerij De Veldlust kregen .
Cornelis Corver Mats bleek een vermogen man. Zijn bezittingen werden op de kapitale som van f. 388.939,54 ¾ vastgesteld. Daarin begrepen waren voorraden eikenhout ter waarde van f. 69.156,75 en grenen en vurenhout ter waarde van f. 14.495,34. Zijn weduwe ontving de helft: f. 97.234,88. en zijn vier zoons kregen elk f. 72.926,16.
De molens, die dus naar Jacob en Cornelis gingen, werden getaxeerd op:
De Dekker f. 1850,-
De Veldlust f. 2500,-
De Oranjeboom f. 1250,-
De Koning Salomon f. 4310,- incl. 3 akkers, erf, houtloods en bergplaats.
De Vergulde Ster f. 1600,-
De Valk f. 3890,- incl. akkers, houtloodsen enz.
De waarde van de stoomzagerij werd dus getaxeerd op slechts 2500 gulden, hetgeen gering was voor een dergelijk bedrijf, maar in de loop der jaren zouden er steeds uitbreidingen plaatsvinden. Er werden zowel wagenschot als balken gezaagd, maar in 1897 werd de wagenschotzagerij opgeheven. Dit gebeurde door de houthandel de firma J. Dekker Jsz, die de stoomzagerij De Veldlust op 1 mei 1897 hadden gekocht van A. Mats-van de Stadt, de weduwe van Cornelis Mats. Cornelis was een jaar eerder overleden en de werf van Dekker lag naast die van Mats .
Door de ontdekking van het feit, dat De Veldlust geen paltrok maar een bovenkruier was komt het aantal paltrokken, dat in Westzaandam heeft gestaan, op 147 en het aantal bovenkruier zaagmolens op 56.