Pieter Dircksz Storm verzekerde de paltrok balkenzager De Vergulde Raven op 1 januari 1712 tegen brand. De molen werd bij die inschrijving overigens ‘Swarte Raven’ genoemd onder welke naam hij ook bekend stond . De juiste standplaats van de molen werd nooit achterhaald. Hij stond in de omgeving van het Hanenpad aan en ten westen van de Gouw.
Deze zaagmolen werd op 5 april 1716 voor f. 170,- per jaar verhuurd, hetgeen zeer zelden voorkwam. Het huurcontract was in alle opzichten opmerkelijk. Wouter Lourisz Sem was toen eigenaar van de molen en hij verplichtte zich alle onderhoudskosten voor ‘kap, huijd, huijven off swigtstelling’voor zijn rekening te nemen. Schade aan het gaandewerk inclusief roeden en hekkens was voor rekening van de huurder en verhuurder, die elk de helft moesten betalen.
Op 8 juli 1732 vond een boedelscheiding plaats van Claas Dirksz Nen. In deze erfenis werd De Vergulde Raven genoemd en getaxeerd op een bedrag van f. 2500,-. Dat was wel een opmerkelijk hoog bedrag, want op 1 januari 1734 bleek de molen verzekerd voor slechts f. 500,- en dat was hij al sinds 1 januari 1712. Eigenaar was toen Claas Nen, de zoon van de pas overleden eigenaar . De Vergulde Raven ging later over op diens zoon Pieter.
In 1760 kwam het einde voor deze paltrok, toen sloper Jan de Vries zich over hem ontfermde.
Vergulde Raven
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Oostzaandam
Bouwjaar: 1712