De wagenschotzager De Vergulde Ster stond ten oosten en aan de Vaart en achter en ten oorden van de Noorderkerkstraat, de huidige Parkstraat in Westzaandam. Willem Alewijnsz Joor ontving op 27 januari 1700 de windbrief voor deze paltrok en verzekerde hem op 1 januari 1703 ook tegen brand.
Joor was burgemeester van Westzaandam en was aanwezig bij de ontvangst van czaar Peter de Grote, toen deze in augustus 1697 een bezoek aan Zaandam bracht. In januari 1731 overleed Willem Joor, waarna op 1 februari zijn boedel verdeeld werd tussen zijn kinderen Maritje, die met de houthandelaar Ijsbrand Koning was getrouwd en Alewijn Willemsz Joor, de enige zoon. Deze kreeg uiteraard het houtzagersbedrijf van zijn vader. De Vergulde Ster werd toen op 3000 gulden getaxeerd. Hij ontving ook twee stukken land, die tussen de huizen en de molen lagen. In de boedel werd voor f. 16.000 gulden aan onroerend goed aangetroffen. Daarbij was het woonhuis van de burgemeester, dat pal tegenover de Westzijderkerk lag, die toen overigens de Nieuwe Kerk werd genoemd. Dit was een riante woning aan weg en Zaan, waarvan de waarde op 4000 gulden werd geschat. Ook was er voor f. 6567,25 aan gezaagd en ongezaagd hout aanwezig bij De Vergulde Ster. Overigens bleek Joor niet alleen belangstelling te hebben voor de houthandel. Hij hield zich ook bezig met de oliehandel. In zijn boedel werden 22 amen olie aangetroffen met een waarde van f. 1251,60.
De beide erfgenamen kregen elk f. 22.794:60, terwijl f. 6800,- onverdeeld bleef .
De molen bleef tot 4 juni 1746 in bezit van de familie Joor. Op die dag liet de weduwe van Alewijn Joor de brandverzekering stopzetten. Dit gebeurde door Dirk Simonsz Dekker met wie zij hertrouwd was .
Er was toen een lange periode, waarin geen gegevens zijn, maar op 8 maart 1809 dook De Vergulde Ster weer op toen Jacob Dekker hem verzekerde voor f. 1400,- . Het is niet bekend of hij een nazaat van Dirk was. Jacob werkte niet lang met de molen, want drie jaar later behoorde Hendrik Memeling met De Vergulde Ster tot de oprichters van een nieuw brandcontract. Hierin worden voor het eerst maatregelen genomen, die de herbouw van afgebrande molens moeten bevorderen. De deelnemers garanderen een bedrag van f. 600,- als herbouw premie, indien de brand zo zwaar is geweest dat op de stijlen niet meer getimmerd kan worden en “mits de overlieden constateren, dat er een hechte en sterke molen afgetimmerd is.” Memeling verzekerde zijn molen voor f. 1400,-.
Aan het einde van zijn bestaan was De Vergulde Ster in bezit van Cornelis Corver Mats, de voornaamste Zaanse houtzager in die periode. Hij werkte met zes molens. Op 13 april 1872 bereikte Corver Mats dat aantal door de aankoop van paltrok De Valk, die vlakbij De Vergulde Ster stond, en de Vergulde Ster zelf. Voor De Valk betaalde de nieuwe eigenaar f. 3901,- en voor De Vergulde Ster f. 2440,-. De prijzen waren relatief hoog in een periode, waarin de stoomzagerij al opkwam,m aar Corver Mats nam ook veel land achter de Bullekerk over.
De verkoopster was Guurtje de Carpentier, de weduwe van Frederik Chaffo Jsz. Zij was ook eigenaresse van de lattenzager De Gekroonde Liefde, maar deze molen werd niet verkocht. Makelaar Evert te Veltrup moest hem bij afslag op f. 2600,- ophouden, omdat de prijs te laag dreigde te worden .
Toen Cornelis Corver Mats eind 1881 overleed, werden zijn vijf molens – en de inmiddels tot stoomzagerij omgebouwde Veldlust – toegewezen aan zijn twee zoons Jacob en Cornelis Mats, die het bedrijf voortzetten. De Vergulde Ster werd toen op f. 1600,- getaxeerd en De Valk met al zijn opstallen op f. 3890,- . Tot het molenbezit van de firma Corver Mats behoorden ook De Dekker, De Oranjeboom achter het Stuurmanspad en De Koning Salomon of Salomo’s Recht.
De broers maakten een onderlinge verdeling. Jacob kreeg De Vergulde Ster in zijn bezit. Op 15 september 1888 werd de paltrok geveild. Jacob was daar zelf niet bij, want hij was inmiddels naar Brussel verhuisd. Zijn broer Cornelis nam de honneurs waar.
De Vergulde Ster stond toen waarschijnlijk al langere tijd stil, want de molen werd voor slechts f. 402,- gekocht door de sloper Cornelis Zemel Psz uit Zaandam. En dat terwijl hij voor dat schamele bedrag ook eigenaar werd van de zaagsel-en timmerschuur, die ten zuiden van de molen stond. Zemel verplichtte zich de molen voor 1 november te slopen. Dat lukte hem uitstekend, want op woensdag 10 oktober werd al een openbare vrijwillige verkoping gehouden op het erf van De Vergulde Ster. Onder toezicht van deurwaarder A.J.C. van Dalsum werden daar balken, ribhout, roeden, as, deelen en andere houtwaren plus metselstenen – van de ringmuur – en een aanzienlijke partij brandhout aan de man gebracht .
Na 188 jaar was De Vergulde Ster niets meer dan een hoop schroot.
Vergulde Ster
Type molen: zaagmolen paltrok
Plaats: Westzaandam
Bouwjaar: 1700