De Visscher was een balkenzager, die later de naam De Oude Visser kreeg. De molen stond aan het Zuideinde in Westzaan ten westen van de weg en ten zuiden van de Pronkersloot. De Visscher stond dichtbij de brug over deze sloot.
De molen dook al op in 1690, toen Trijntje Jans, de weduwe van Dirk Arisse Visser, op 13 september de windbrief kreeg. Tot 1902 wist de molen zijn bestaan te rekken. De naam De Oude Visser kreeg hij pas nadat de oorspronkelijke Oude Visser, die ook ten westen van de weg bij de Braak en de dijk stond, begin januari 1754 was verdwenen. Deze molen was in 1716 gesticht door Claas Dirksz Visser, die op 28 oktober van dat jaar een windbrief kreeg.
De tweede Oude Visscher was in 1877 in handen van Pieter de Lange. Op 26 oktober vroeg hij via een advertentie in het Zaanlandsch Nieuws-en Advertentieblad een middelknecht. Er werd een salaris van f. 5,00 per week geboden en f. 0,10 per uur voor overmalen. Overwerk leverde dus een dubbeltje per uur op, terwijl werkdagen toch al gauw twaalf uur in beslag namen en er bovendien zes dagen per week gewerkt moest worden.