Het Welvaren of Assendelver Welvaren, zoals hij ook werd genoemd, was een papiermolen, die aan de Delft tegenover de Kerkbuurt stond. De molen werd na 1670 gebouwd, maar de eerste concrete gegevens werden pas in 1779 aangetroffen. Toen werd Het Welvaren genoemd als belending in een landverkoop.
De molen maakte deel uit van de Reederij der Papiermolens, waarin Willem Sijpesteijn, Jan Smit en Deutz van Assendelft de belangrijkste participanten waren. Jan Smit & Zn, zoals de officiële naam van de ‘Reederij der Papiermolens’ luidde, verzekerde Het Welvaren op 12 februari 1780 voor f. 7500,- in het Papiermakerscontract .
Smit zou altijd met de molen blijven werken. Toen in de jaren dertig van de 19de eeuw de terugval van de papiermakerij op windkracht onstuitbaar inzette, werd ook Het Welvaren slachtoffer van deze recessie. Op 11 juli 1844 werd Jan Noomen, gemachtigde van Jan Smit & Zn, door de gecommitteerden van het Papiersmakerscontract gesommeerd de molen te repareren.
Hij was kennelijk zo ernstig in verval geraakt dat de directieleden van het brandcontract het niet langer verantwoord vonden Het Welvaren in die toestand in de verzekering te houden. Het was het eerste signaal dat het mis ging met de oude papiermolen . Drie jaar later werd de molen uit het contract geroyeerd en nog eens een jaar later werd hij afgebroken en naar Westzaan getransporteerd.
Daar begon Het Welvaren onder de naam De Blauwe Hengst een nieuwe carrière als blauwselmaler. De Oude Blauwe Hengst, die sinds 1701 in bedrijf was, was afgebroken wegens allerlei ouderdomsverschijnselen.